Onderzoek
Laudatio uitgesproken door rector Loccufier
In het huis van de wetenschap – ook universiteit genoemd – is men wel gewend geraakt aan de literatuurwetenschap en zijn er het verleden, zoals in het heden aan wetenschappers in dit gebied onderscheidingen zoals het ere-doctoraat uitgereikt. De universiteiten hebben echter nooit veel zin gehad in het verlenen van dit eerbewijs aan diegenen die hun wezen en hun bestaan zelf verwoord hebben in literaire vormen.
De universiteiten hebben dus de filosofie van de nobelprijs voor literatuur niet gevolgd of gehuldigd.
Onze Universiteit deed dit wel reeds voor kunstenaars zoals de Heren STORCK en LEGLEY, cineast en componist. Dit geschiedde als huldeblijk voor hun scheppend vermogen.
De uitreiking van het ere-doctoraat aan Gerard WALSCHAP is echter in vele opzichten nog verschillend van de voorgaande. Het is op dit ogenblik nog steeds een unicum. Wij huldigen in hem onbetwistbaar de scheppende kunstenaar maar zien in hem ook de humanist – en in het bijzonder de vrije en vrijzinnige humanist.
Dat dit als unicum kan bestempeld worden is omdat zowel Gerard WALSCHAP als de Vrije Universiteit uniek zijn.
Eén en ander hoeft wel enige uitleg – uitleg die wij niet zien als een verantwoording.
Dat kunstenaars door de Vrije Universiteit Brussel gelauwerd worden is – zoals reeds vermeld – niet eenmalig.
Wij hopen zelfs dat de volgende generaties daar zelf nog meer oog zullen voor hebben.
Vandaag echter wordt het ere-doctoraat ook voor het eerst losgekoppeld van de traditionele uitreiking ervan ter gelegenheid van de Dies Natalis-viering die plaats grijpt rond 28 mei van elk jaar – datum waarop de wettelijke Stichting van onze Universiteit wordt herdacht. Er werd geopteerd voor een uitreiking rond de Verhaegenviering.
Zoals U wel bekend de herinnert de Verhaegenviering aan de stichting van de Université de Libre de Bruxelles. Theodore VERHAEGEN is als symbool blijven bestaan van die stichting.
Uit deze universiteit – waardoor het Vrij Onderzoek een begrip is geworden – is onze Universiteit ontstaan. Wij hebben de filosofische basis van onze moederuniversiteit in volle bewustzijn overgenomen en verder uitgewerkt.
Deze viering biedt de Vrije Universiteit Brussel meteen de mogelijkheid zich te bezinnen over haar filosofische grondslagen. De dag vóór 20 november, dus 19 november, is stilaan uitgegroeid tot de ontmoetingsdag van al wie het vrije denken huldigt.
Om ons nog even te houden bij het fenomeen Vrij Onderzoek, kan inderdaad gesteld worden dat ULB en VUB de enige universiteiten zijn in de wereld die dit principe in hun statuten hebben ingeschreven – een unicum dus.
Ter gelegenheid van de dag waar het Vrijzinnig karakter van Universiteit wordt onderstreept meende zij dat het haar plicht was een persoonlijkheid te huldigen die in zijn leven de moeilijke weg gekozen heeft van het vrije denken, hiervoor gevochten heeft en tot dit vrije denken een bijdrage heeft geleverd.
Wij hadden Gerard WALSCHAP zeker kunnen huldigen voor zijn literair oeuvre dat omvangrijk en belangrijk is, maar wij doen het vandaag omdat hij zowel door zijn levenshouding als door zijn literair oeuvre het vrije denken in Vlaanderen uitgedragen heeft.
In Vlaanderen is dit niet zo evident. Het vrije denken is er niet gecultiveerd en steekt schril af – zowel in het heden als in het verleden tegenover het denken dat bezwaard is door de traditie van normatief denken dat zijn grondslagen vindt in het inbrengen van normen die buiten het vrije denken liggen.
De geloofsbelijdenis van de auteur is in Vlaanderen een must geweest om te slagen. Langs de literatuur om werd het geloof immers doorgegeven. De kracht hiervan wist de Kerk in te schatten en de censuur op de niet voor haar gepaste literatuur was groot. De auteur – en zeker de Vlaamse auteur die terecht kwam op de index van de Romeinse Curie – in Vlaanderen bijgehouden door nauwkeurige toezichters – kon zijn opgang als auteur best vergeten.
Gelukkig hebben een aantal auteurs het vrije woord verkozen boven het georiënteerde woord dat waarborg was van o.m. een goede loopbaan.
Gerard WALSCHAP is ongetwijfeld diegene die een dubbele verdienste heeft. Hij ontdekte de vrije gedachte en heeft zijn geestelijke ontwikkeling duidelijk kenbaar gemaakt. Deze twee gegevens zijn ook niet zo evident. Het uitbreken uit de traditionele katholieke denkwereld als geestelijke ontwikkeling en het zich opstellen in woord en daad als vrij denkende mens is een gegeven dat in Vlaanderen geruime tijd een groot aantal maatschappelijke gevolgen heeft gehad en in sommige gevallen vandaag nog kan hebben. Het weergeven van deze geestelijke ontwikkeling in een boeiend en diep menselijk literair oeuvre schatten wij dus als grote verdienste.
Gerard WALSCHAP heeft inderdaad niet alleen zijn geestelijke ontwikkeling bekend gemaakt en hierover geargumenteerd, maar hij heeft de boodschap ook meegegeven aan de personages uit zijn romans, zijn essays en zijn brieven aan mede- en tegenstanders. Beide elementen – het openlijk argumenteren over zijn geestelijk leven en het literair verwoorden van een geesteshouding in de gedaante van mensen die leven uit het boek zijn voor ons zo verdienstelijk gebleken dat wij meenden dit onder de aandacht te moeten brengen van de Raad van Beheer van de Vrije Universiteit Brussel.
In dit feit is het unicum opnieuw herkenbaar.
Wij geven grif toe dat wij uit de traditionele voegen van het ere-doctoraat getreden zijn. Wij denken echter duidelijk trouw te zijn aan onze eigen houding. Wij geven ook grif toe dat wij daardoor grote verwachtingen stellen in de verdere bloei van de vrije gedachte in de literaire middens.
Daar is het immers dat de vrije gedachte kan openbloeien en maatschappij-omvormend kan zijn.
Wij geven ook grif toe dat Gerard WALSCHAP staat voor deze groep onafhankelijke denkers over de mens in al zijn diepmenselijke facetten en dat hij daardoor onze warme waardering gekregen heeft. In deze laudatio hebben wij het leven van Gerard WALSCHAP noch het literaire oeuvre behandeld. Ter gelegenheid van deze dag werd immers een speciaal boekje uitgegeven waar beide in vermeld zijn.
Mijnheer WALSCHAP, wanneer U dit allemaal hoort, moet de film van uw leven zeer sterk geanimeerd geworden zijn. Wij vinden in U deze vrije geest terug – die op geen enkele wijze – en door niemand wenst gebonden te zijn. U en uw gezin hebben hieronder zeker sterk geleden – want U moest de brilliante Vlaamse auteur worden – die zoals reeds vermeld de "afhankelijke" weg zou bewandeld hebben. U zijt echter de bijzonder begaafde auteur geworden die de "onafhankelijke" weg zijt ingeslagen. Dit is uw weg geweest. Wij zijn echter gelukkig dat deze weg evenwijdig loopt met deze die velen onder ons bewandelen.
U het ere-doctoraat toekennen is niet alleen het bewijs leveren van het respect dat wij hebben voor Uw literair oeuvre maar tevens het bewijs leveren dat wij voor uw vrije geesteshouding de grootste waardering opbrengen.
Wij hopen dat dit nieuwe kracht moge geven aan de huidige en toekomstige generaties van jonge mensen en van wetenschappers aan onze Universiteit.
Het is mij dan ook een groot genoegen de Heer Voorzitter te mogen uitnodigen om samen met mij de onderscheidingstekens van het ere-doctoraat aan U te mogen overhandigen.