Vrijzinnige verhalenavonden
Lut Machiels over Feesten Vrijzinnige Jeugd, lentefeest, communie, familie, niet-confessionele zedenleer
Lut Machiels: We waren met veel kinderen. Bij elke eerste en plechtige communie werd een groot feest gegeven met alle nonkels en tantes. Bij mijn moeder en vader waren ze telkens met acht thuis, dus dat was altijd een heel groot familiefeest. Er waren altijd met de hand gerolde kroketten. Het voorgerecht was ook altijd hetzelfde: ofwel krabcocktail ofwel koninginnenhapje. Het was altijd zeer klassiek. Dat waren echt wel serieus grote feesten.
Jimmy Koppen (interviewer): Dus je associeert een communiefeest eigenlijk met een echt feest, met eten — en niet zozeer met de plechtigheid?
Lut Machiels: Nee, dat klopt. Het communiefeest? Dat vormsel was eigenlijk helemaal niet belangrijk. De cadeautjes en het feest waren wel belangrijk.
Jimmy Koppen (interviewer): En voor je eigen kinderen? Wat heb je daarvoor gekozen?
Lut Machiels: De kinderen volgden zedenleer, dus zij vierden automatisch het lentefeest en het feest van de vrijzinnige jeugd. We hebben de kinderen het lentefeest laten doen, omdat het voor hen logisch was dat ze dat meededen met de kinderen van de school. De meeste kinderen deden hun eerste communie en dus was het logisch dat onze kinderen ook een feest kregen. Je doet mee met dat feest omdat je ze niet wil uitsluiten uit het feestelijk gebeuren. Wij vierden dat feest om ook een feest te hebben, om de kinderen die dag in de belangstelling te zetten en ook cadeautjes te laten krijgen. Het was ook een groot feest met de familie, maar wel zonder kroketten. Spijtig genoeg had ik wel veel broers en zussen, maar aan de papa zijn kant was er helaas maar één broer, dus het evenwicht was wel een beetje verstoord.
Jimmy Koppen (interviewer): Dan kom je bij het feest vrijzinnige jeugd terecht. Dat is dan toch wel iets anders? Dat is moeilijker om in te vullen, veronderstel ik?
Lut Machiels: Feest van de vrijzinnige jeugd: dan zijn ze eigenlijk al op weg naar de jonge volwassenheid. Je probeert van dat feest toch iets aparts te maken. “Jullie zijn op weg naar volwassenheid. Doe er iets mee. Denk er eens over na.” Dat is echter niet zo evident op die leeftijd. Dus het feest en de cadeautjes zijn op dat ogenblik nog altijd belangrijker dan de echte invulling.