Vrijzinnige verhalenavonden
Annette Grootjans over opleiding moraalwetenschap, niet-confessionele zedenleer, leerkracht, Roger van der Ven en georganiseerde vrijzinnigheid
Publiek: Ik heb de indruk dat – het is niet enkel het geval in mijn school, maar ook in die van het secundair – de leerkrachten zedenleer vinden dat zij op geen enkele manier verbondenheid hebben met de georganiseerde vrijzinnigheid. Die blijven daar ver vanaf. Dus na wat toentertijd opgestart is met de leerkrachten zedenleer om een georganiseerde vrijzinnigheid te krijgen, zit je nu echt terug met een tweesprong, want die mensen vinden dat ze zeer onafhankelijk zijn en aan niets verbonden.
Annette Grootjans: Dat heeft ook te maken met hun opleiding, want nu zijn dat licentiaten moraal waarvan men niet weet of ze vrijzinnig zijn of niet. Ze kunnen perfect uit het college komen en licentiaat moraal worden en zedenleer geven. En daar wringt het schoentje. Het resultaat is dat je die geëngageerde, bewuste beleving van de vrijzinnige humanistische waarden in die cursus niet-confessionele zedenleer niet meer terugvindt. Dat heeft dus louter te maken met de vorming van de licentiaten moraalwetenschappen.
Jimmy Koppen (interviewer): In welke mate was dat vroeger dan anders? In welke mate was dat dan duidelijker?
Annette Grootjans: Dat waren mensen die uit engagement de cursus zedenleer wilden geven, zoals licentiaten Germaanse filologie. Ik weet niet wat Roger Van de Ven als opleiding had gevolgd? Was hij germanist, geschiedkundige? Het waren alleszins mensen die ervoor kozen, geëngageerde mensen die achter die filosofie stonden. Nu moet je afwachten en negen kansen op tien zien de huidige leerkrachten hun cursus als een cursus moraalfilosofie. Dat zat in onze dingen ook wel vervat, maar dat was niet die expliciete bewustwording. Kijk, er zitten toch andere waarden in de vrijzinnigheid.
Jimmy Koppen (interviewer): Hoe zag dat er dan inhoudelijk uit? Wat was er dan zo typerend?
Annette Grootjans: Iedere les was eigenlijk anders, want er werd dikwijls uitgegaan van de vragen van de leerlingen zelf, of de dingen die zij meemaakten.