Vrijzinnige verhalenavonden
Annette Grootjans en Franky Van Ingelgem over socialisme, vrijzinnigheid, Vrijzinnig Ontmoetingscentrum en Mechelen
Anette Grootjans: Het is logisch dat er bij links, bij de socialisten veel vrijzinnigen of vrijdenkers waren. Als je niet naar de pastoor luisterde, had je geen brood. Dat maakte reacties los en dus is het niet helemaal onlogisch dat er bij die partij meer vrijzinnigen zijn. Anderzijds waren er natuurlijk ook bij de liberalen.
Franky Van Ingelgem: Dat zou ik nu toch niet zeggen. Dat in de negentiende eeuw en tot de Eerste Wereldoorlog de liberalen en socialisten anti-klerikaal waren en hun kinderen naar het officieel onderwijs gingen, daar ben ik nog meer akkoord. De socialisten en liberalen die nu in de gemeenteraad zitten daarentegen, dat wil ik wel nog eens zien...
Anette Grootjans: Ik spreek over de periode vóór 2000; de periode waarin wij actief waren. Als we in het VOC activiteiten inrichtten, was het in principe “open”. Het tegendeel werd ons verweten. We hebben altijd geprobeerd daar werk van te maken, maar we werden nu eenmaal zo bekeken. Het was ook moeilijk om dat niet op die manier te doen, want veel mensen kwamen uit voor hun politieke en filosofische ideeën.
Franky Van Ingelgem: In de periode dat ik het beheer van het VOC gedaan heb, kwamen er op zaterdag continu – bijna elke week – gelovigen binnen. Ze kwamen er als mens, maar dat waren echte kaloten. Het was precies of de duivel daarbinnen zat. Dat waren echte gelovigen, maar die waren ook niet te vinden voor een instituut.
Anette Grootjans: Het VOC hebben we officieel gerealiseerd in 1984. Eerst hebben we bij de verkiezingen van 1982 een memorandum overhandigd en dan hebben we een debat gehad in het cultureel centrum met de vier politieke partijen. Ze waren er allemaal. Het Vlaams Blok hebben we uiteraard niet uitgenodigd, maar ze waren er allemaal. Het was een eisenpakket. Als je dat nu zou zien, zou je ermee moeten lachen. De begraafplaats stond erin, maar ook het VOC, de ondersteuning van de cursus niet-confessionele zedenleer… Het was voor de verkiezingen van 1982.
Jimmy Koppen (interviewer): Waarom was VOC precies daar terechtgekomen?
Anette Grootjans: Ik denk dat dat toeval was, dat het een lokaal was dat ze hadden. Het was van de stad. We mochten dat van hen hebben. Ze konden er op dat moment weinig andere dingen mee doen.
Franky Van Ingelgem: Het was oorspronkelijk voorzien voor het cultureel centrum. Het sloot aan bij de academie.
Anette Grootjans: Voor de uitbreiding van het cultureel centrum. Ondertussen stond dat daar en mochten wij dat gebruiken. Ze hebben daar wel wat investeringen gedaan, zodat we een mooie accommodatie hadden. Vanaf het moment dat we dat hadden, konden we veel meer visueel aanwezig zijn in de stad. We hebben daar activiteiten gedaan.
Jimmy Koppen (interviewer): Heeft u ook gemerkt dat er meer respons kwam?
Anette Grootjans: Ja, dat zal wel zijn.
Jimmy Koppen (interviewer): Wat voor activiteiten waren dat dan?
Anette Grootjans: Er waren lezingen, tentoonstellingen, debatavonden, “gezellig samenzijn”-avonden… Elke zaterdagmorgen was het van tien tot veertien uur café. De deuren sloten echter vaak om zestien uur. Dat gebeurt nog steeds. Dat werd op den duur een ontmoetingsplek van sympathisanten, Mechelaars. Zij kwamen daar hun pint te drinken als ze naar de markt gingen, want dat was het marktmoment.