Vrijzinnige verhalenavonden
Annette Grootjans over Feesten Vrijzinnige Jeugd, Mechelen, Antwerpen, niet-confessionele zedenleer, vrijzinnigheid, strijdvaardigheid en leerkracht
Publiek: Ik kom in feite, net zoals u, uit het Antwerpse. Ik was sterk verbaasd bij mijn eerste grote confrontatie met de rest van Vlaanderen. Ik kwam uit een atheneum waar toen, vijftig jaar geleden, drie kwart van de populatie zedenleer volgde. Ik dacht dus dat dat in het rijksonderwijs een evidentie was. Ik heb ogen getrokken, toen nadien de rest van Vlaanderen binnenkwam. De rest van Vlaanderen bestaat echter nog altijd. Ik reken Mechelen ook bij de centrumsteden, maar buiten de grote steden en de centrumsteden is het nog triestig gesteld met de vrijzinnigheid. Ik heb kleinkinderen die in Tongeren zitten. Die volgen daar ook zedeleer. Van diegenen die hun communie doen, zijn er genoeg. Om een feest van de vrijzinnige jeugd te houden, moeten ze echter heel de Zuiderkempen bij elkaar halen, anders krijgen ze geen twintig kinderen bij elkaar. De mensen die hun kinderen zedenleer laten volgen, laten hen namelijk niet altijd deelnemen aan het feest van de vrijzinnige jeugd. Dat hangt voor een groot stuk af van de leerkrachten.
Annette Grootjans: Dat is hier nu ook. Niet iedereen die zedenleer volgt, neemt deel aan het feest. Links en rechts zie je het feest in brochures staan. Hier zijn we ook zo begonnen. Met hoeveel, Suzanne, waren jullie voor het eerste feest?
Suzanne: Ongeveer vijftien, zestien.
Jimmy Koppen (interviewer): Wanneer was dat ongeveer?
Annette Grootjans en publiek: In de jaren 1950.
Annette Grootjans: Hier in Mechelen hadden we gemiddeld tussen de 80 en 110 leerlingen. Het varieerde een beetje. Als het stedelijk lager onderwijs nog bij de stad behoorde, had je een betere band met de mensen. Sinds ze naar het gemeenschapsonderwijs zijn overgegaan, is het veranderd.
Het waren toen ook bijna allemaal Mechelaars die er lesgaven. Ze kenden hun leerlingen en publiek. Maar nu komen ze van overal. Om half vier doen ze hun boeken toe en zijn ze weg. Ze hebben geen contacten meer. De verbondenheid met de vrijzinnigheid is afhankelijk van de leerkracht die je hebt. Tot nu toe hebben we nog altijd een succesvol feest met naargelang het jaar tussen de 80 en 110 kinderen.