Pioniers van de vrijzinnig-humanistische zorg
Els Goderis over de evolutie van morele bijstand, plechtigheden en LEIF
Els Goderis: Waar we vroeger vooral – het was veel minder druk dan dat het nu is – op focusten waren de morele bijstand, de individuele gesprekken en de plechtigheden. Laat ons zeggen dat dat onze grootste opdrachten waren. Vooral afscheidsplechtigheden, hier en daar een keer een huwelijksplechtigheid, maar dat was zeer zeldzaam op dat moment. En hier en daar een keer een voordracht en een klasbezoek. Dat was eigenlijk, daarmee heb ik het bijna allemaal gezegd. We waren ook een informatiecentrum voor diegenen die info wilden over bepaalde onderwerpen, zeker deze gelinkt aan de vrijzinnigheid. Maar we zijn geëvolueerd, er is heel veel veranderd. We zijn op tal van andere terreinen, we zijn ons meer en meer op dat middenveld gaan richten, activiteiten organiseren, samenwerken met zowel interne partners, lidverenigingen als externe partners. Ook het aantal Huizen is verdubbeld. Ik ben hier gekomen toen enkel nog Brugge en Kortrijk bestond. Ieper is er bij gekomen, Roeselare, Diksmuide, de IMD’s, de financiële structuur is veranderd, dus op dat vlak is er wel wat veranderd. En zeker inhoudelijk zijn we met veel… er is nog altijd die individuele begeleiding , die is er nog altijd en meer dan vroeger. De plechtigheden zijn ook nog toegenomen, afscheidsplechtigheden, heel veel relatieplechtigheden. De laatste jaren heeft dat een enorme boom gekend. Geboorteplechtigheden zijn er ook in mindere mate. En af en toe andere plechtigheden. Herdenkingsplechtigheden zijn ook nieuw. We organiseren al jaren in de diverse huizen een herdenkingsplechtigheid in het najaar, waar alle nabestaanden worden uitgenodigd van de mensen voor wie we een plechtigheid hebben gedaan het afgelopen jaar of de jaren voordien. Zij hebben aangetoond van: ik wil ook nog komen dus… Er zijn mensen die al jaren naar een herdenkingsplechtigheid komen en dat is, ik heb het daarstraks ook nog gehoord, heel zinvol voor die mensen. Dus wij blijven dat doen. We zijn ook sterk gaan inzetten op het levenseinde. Dus het helpen invullen van de documenten, de papieren, de negatieve wilsverklaring, de wilsverklaring euthanasie. En in dat kader ook zijn we, ja denk ik ongeveer een vijftal jaren geleden met een aantal mensen samengekomen en gezegd van: kijk, LEIF bestaat in Wemmel met Distelmans, maar dat is een serieuze drempel vanuit West-Vlaanderen naar Wemmel. Kunnen we hier niets organiseren en samen? En samen met een voormalig senator, met een leifarts die net op pensioen ging en wij vanuit het Huis zijn eigenlijk met LEIF West-Vlaanderen gestart. Dat heeft ondertussen in heel de provincie antennes en permanentiemomenten. Uiteraard ook in de huizen want wij werken daar fel aan mee, wij verzorgen daar ook voordrachten rond, rond het levenseinde, daar hebben we eigenlijk ook al veel expertise rond opgebouwd. In het kader van verlies hebben we ons Sokken-van-de-olifant-programma, dus rond rouw en verlies bij kinderen waar we vooral informatie geven aan intermediairen, zijnde ouders, grootouders, leerkrachten, mensen uit CLB’s die bijvoorbeeld een kindje hebben in hun omgeving wiens mama, papa, opa,… is gestorven en die niet goed weten van: hoe kunnen we daar mee om gaan. We hebben een heel uitgebreide bibliotheek, zowel boeken als spelletjes als andere manieren om de kinderen te informeren, daar komt het eigenlijk op neer. Dus dat Sokken-van-de-olifant-pakket is ook een belangrijk aspect van de werking geworden. De klasbezoeken, de interlevensbeschouwelijke dagen, als de klassen uit verschillende scholen de moskee bezoeken, het vrijzinnig huis, dus daar werken we ook… Dat is ook een evolutie geweest. voordrachten, zowel over de werking van het Huis als over het waardig levenseinde en het organiseren van activiteiten in samenwerking met de verenigingen.