Pioniers van de vrijzinnig-humanistische zorg
Conny Verkest over haar werk als moreel consulent (5)
Conny Verkest: Op een dag zat ik ’s middags te eten en stapt de adjunct-directeur op mij af. “Conny, je moet helpen.” Op mijn vraag wat er is, antwoordt hij: “In het mortuarium staat er een grote groep roepende vrouwen. De aalmoezeniers zijn mannen en zij kunnen niet helpen. Jij bent een vrouw. Ga jij alstublieft eens kijken wat je met die vrouwen kan doen.” Ik ga ernaartoe. Bleek dat het om een groep moslima’s ging. Die hebben natuurlijk hun eigen rituelen. Op dat ogenblik kwamen die vrouwen daar in groten getale toe om het lichaam te groeten. De lijktooi was al gebeurd en het lichaam lag in de kist en die ging overgebracht worden naar het vliegveld, naar ik meen om het naar Marokko over te brengen. Die vrouwen kwamen daar ineens allemaal toe en beginnen tezamen roepende keelgeluiden te maken. Blijkbaar moesten ze dat doen, maar mocht er geen man in de buurt zijn. De mannen moesten verdwijnen. Ik ben dan gebleven, om die vrouwen een beetje bij te staan, te helpen en te luisteren en een beetje structuur aan te brengen. Ik heb vooral geluisterd en gekeken wat ik kon doen om het daar een beetje in goede banen te leiden, want er kwamen natuurlijk ook andere mensen toe in het mortuarium.