Pioniers van de vrijzinnig-humanistische zorg
Tania Ramoudt over mensen in voorhechtenis
Tania Ramoudt: Er zijn mensen die nog in voorhechtenis zitten. Ze weten niet wat er gebeurt. Ze zijn even het noorden kwijt. Bij mensen die in voorhechtenis zitten, is dat toch anders dan bij gestraften en zeker de langgestraften. Zij moeten om de maand naar de raadkamer gaan. Ze leven daarnaartoe. Ze komen dan terug en dan moeten ze wachten tot vier uur om te weten wat de raadkamer beslist heeft; of ze naar huis mogen of niet. Als de aanhouding bevestigd wordt en ze moeten blijven zitten, dan is dat als een bom die inslaat. Dat zijn voortdurend ups en downs. Ik vergelijk het met een rollercoaster waar ze opzitten, een rollercoaster qua emoties en gevoelens. Het is verlangen: “Ik wil naar huis. Ik kan misschien naar huis. Ik ben misschien vanavond terug thuis.” Om vier uur krijgen ze dan een bericht: “Neen, je blijft aangehouden.” Dat is een bom. Dan liggen de briefjes de volgende dag wel in de bus. Als je dat weet, wordt dat ook afgesproken met gedetineerden. Dat is zeker het geval wanneer het gaat om mensen met een assisenproces. Ik heb verschillende mensen, ook vrouwen, begeleid die zaten te wachten op een assisenproces. Ze werden van moord verdacht, zaten in voorhechtenis en kregen een assisenproces. Zij zitten lang in voorhechtenis; soms een jaar, anderhalf jaar, twee jaar vooraleer het proces er is. Ze worden uitgehaald – dat wordt zo genoemd - door de politie om verhoord te worden. Als ze daarna terugkomen, zijn het wrakken. Ze hebben er dan twaalf uur gezeten. Mentaal is dat… Zij zijn dan blij als ze ’s avonds of de volgende morgen terug naar de cel komen en dat ze dat kwijt kunnen aan iemand. Je kan dat afspreken: “Ik moet naar de raadkamer. Kan je de volgende dag komen?” Dat zijn dan dingen die individueel worden afgesproken.