Vrijzinnige voorvechters
Hugo Dufour over vrijzinnigheid sinds de jaren 1960
Hugo Dufour: Wij hadden toen geen centrum. Wij deden een koekenbak, wij deden wat andere zaken om een beetje geld in de kas te krijgen, wij kregen ook spijkers gratis,... Wij mochten naar zalen in Hasselt, waar wij gratis konden vergaderen: zolang we maar twee pinten per persoon dronken, kregen wij alle faciliteiten. Er was dus meer inzet, meer inzet ook om het gedachtengoed te verspreiden, om discussies aan te gaan met andersdenkenden. Dat gebeurt volgens mij nu veel te weinig. Iedereen is welkom – en dat is ook zo; ik begrijp dat standpunt ook wel – maar ik denk toch dat ik liever heb dat 40 mensen aan een vergadering deelnemen en dat die alle 40 bereid zijn, naar huis gaan, iets opgestoken hebben en daar iets mee doen, dan dat 80 mensen hier komen consumeren en dat die het gezellig vinden, en een pintje gratis krijgen, hier een gezellige avond beleefd hebben, zoals ze thuis naar tv gekeken hebben,... Ik heb daar wat moeite mee: ik heb liever 40 militanten – en met militanten bedoel ik: degenen die zich inzetten voor die vrijzinnigheid – die durven in contact komen met andersdenkenden en op een fatsoenlijke, beschaafde manier het vrije denken ontwikkelen en mensen bewust maken van het feit dat ze hun lot in eigen handen kunnen nemen.
Jimmy Koppen (interviewer): Zijn daar concrete tegenkantingen tegen geweest? Mocht men in de jaren 1960-1970, wanneer men echt militant bezig is, bijvoorbeeld een bepaalde zaal niet binnen, of kreeg men soms problemen?
Hugo Dufour: Ja, dat bestond hier wel een beetje. Ik weet nog dat het Willemsfonds hier de eerste jaren niet gekomen is, omdat wij vanuit onze vrijzinnigheid, HVV, meestal in een soort socialistisch kamp zaten. Zij vonden dat wij te links waren en te maatschappelijk betrokken. Zij vonden dat wij propagandisten waren voor het socialisme en dat de vrijzinnigheid maar een dekmantel was voor de politiek. Er zijn in Limburg dus inderdaad een aantal strekkingen geweest, die niet zodanig gealigneerd wensten te worden met politiek. Dat is bij het Humanistisch Verbond trouwens ook lange tijd zo geweest. Om de liberalen, die ook vrijdenkend waren, en de socialisten die vrijdenkend waren, dan toch maar met elkaar te verzoenen, ging men maatschappelijk niet diep genoeg. Ethische problemen, daar konden ze zich allemaal in vinden, maar als maatschappelijke problemen, zoals armoede, uitbuiting, e.d. lagen moeilijker. Als men als vrijzinnige aan de fabriekspoorten meevocht voor het welzijn van die mensen daar, dan waren er problemen. Men vermeed dat zo lang en zoveel mogelijk. Vandaar dat de Vermeylenfondsen gelukkig nog bestaan, die een onderkomen bieden aan vrijzinnigen die maatschappelijk meer betrokken willen zijn, zoals het Willemsfonds waarschijnlijk meer liberaal betrokken zal zijn en zoals het Masereelfonds, dat zich niet vrijzinnig wil erkennen – zij wensen neutraal te blijven en willen niet tot de koepel toetreden –, hier vanuit de KP heel wat activiteiten organiseert, die de moeite waard zijn, onder het mom van 'ook vrijzinnigen'. Zij werken zeer goed samen met de Hasseltse vrijzinnigen, omdat er een goede band bestaat tussen de voorzitter van hun fonds en de voorzitter van het HV, afdeling Hasselt. Dan krijg je ook wederzijdse versterkingen en daar hebben we denk ik meer aan: we krijgen dan bewuste mensen die iets opgestoken hebben, die terugkeren naar huis en naar hun gezin en vandaaruit het maatschappelijke draagvlak vergroten naar meer zelfbeschikkingsrecht en vrijheid van denken en handelen.
Jimmy Koppen (interviewer): Je hebt het HV, je hebt het OVM, je hebt de verschillende fondsen en de vzw's achter de Feesten Vrijzinnige Jeugd, etc. Is dat niet het probleem van versnippering? Niet alleen hier, hoor, maar ook in andere streken. Is het niet heel moeilijk om hetzelfde standpunt aan te hangen?
Hugo Dufour: Dat is waar, maar dat heeft ook te maken met de cultuurpolitiek van de CVP. De CVP heeft decreten gemaakt, waar je subsidies kon krijgen op basis van een aantal criteria. Als wij aan die pot ook mee wilden participeren, moesten wij ook een aantal verenigingen maken, die aan die criteria voldeden. Vandaar ook dat er een aantal diensten bij bijvoorbeeld HV ontstaan, zoals de Humanistisch Vrijzinnige Dienst. Ook De Maakbare Mens is uit HV ontstaan, omdat dat een beweging is. Er bestaan subsidies voor socioculturele organisaties, maar ook voor bewegingen, voor vormingsinstellingen, enz. Die decreten zijn dus altijd gemaakt op maat van de CVP-structuren en van hun socioculturele werking. Wat hebben wij als vrijzinnigen gedaan? Wij hebben dikwijls geprobeerd ons aan te passen aan die structuren. Vandaar dus ook die opdeling – ik noem dat geen versnippering, maar een opdeling – in verschillende groeperingen. En dan krijg je inderdaad een kakofonie van een vijftigtal vrijzinnige verenigingen die in Vlaanderen bestaan, waarvan er 37 of 38 aanvaard worden door UVV. Daarnaast heb je ook Lichtpunt, met de radio- en tv-uitzendingen – ik zit zelf ook in de raad van bestuur van Lichtpunt. Als wij aan de bak wilden komen, moesten wij een bepaalde structuur maken vanuit HV, Lichtpunt, en we wilden dat ook pluralistisch maken, want daar zitten ook het Vermeylenfonds, het Willemsfonds en nog andere verenigingen in, zodanig dat het op zich alweer een koepel is, die de tv-uitzendingen doet. De versnippering binnen de vrijzinnigheid is dus niet zozeer vrijwillig of omdat men niet aan zijn trekken kwam op een of ander vlak, maar de decreetgever verplichtte ons, in een of andere richting mee te spelen, wilden wij aan de bak komen en zeggenschap krijgen. Ook de culturele raden van dat ogenblik, dat waren allemaal onderdelen van CVP en van katholieke organisaties. Op die manier konden wij ook met OVM in de culturele raad komen om advies uit te brengen over culturele aangelegenheden. En al onze organisaties die actief waren, konden daar dus ook in participeren. Dat heeft ook allemaal meegespeeld in de versnippering van de grote structuren. Wij waren het Humanistisch Verbond: wij verbonden alle vrijzinnigen. UVV had eigenlijk niet moeten ontstaan, want de unie van vrijzinnige verenigingen was het Humanistisch Verbond.
Jimmy Koppen (interviewer): Dacht je misschien op een bepaald moment dat HV een soort van koepel zou worden en dat UVV eigenlijk niet had moeten ontstaan?
Hugo Dufour: Dat was ook zo, want aanvankelijk was er een goede verstandhouding, want alle voorzitters van HV werden ook voorzitters van UVV. Op een bepaald ogenblik heeft het Willemsfonds daar een stokje voor gestoken, omdat men vond dat wij te links en te progressief waren. Toen heeft het Willemsfonds daar de macht gegrepen en het voorzitterschap van UVV opgeëist, daar waar het vroeger altijd toekwam aan de voorzitter of de toegewezen voorzitter van HV. Daar heb je dus nog altijd die verdeling tussen links en rechts, of tussen socialisten en liberalen, het speelt een rol bij UVV.