Vrijzinnige verhalenavonden
Luc Devuyst over de eerste contacten met georganiseerde vrijzinnigheid
Luc Devuyst: Het eerste contact voor het Humanistisch Verbond was met Karel Cuypers. Hij was op dat ogenblik voorzitter van het HV, maar was in feite ook de studieprefect aan het Koninklijk Atheneum van Hoboken. Ik had contact met hem opgenomen. Hij heeft me dan uitgenodigd om een gesprek te hebben in zijn ‘bureau van prefect’ van Hoboken. Laat ons zeggen dat we met de afdeling Rupelstreek het idee van ruimte in onze gedachten hadden. We spraken niet van Boom, maar van de Rupelstreek. Het idee om een afdeling te worden is eigenlijk gegroeid in het prefectenbureau van Karel Cuypers in het Koninklijk Atheneum van Hoboken.
Jimmy Koppen (interviewer): Dat was ergens halfweg de jaren 1950?
Luc Devuyst: Nee, dat was iets later. Laat ons aannemen dat het – in 1957 ben ik begonnen – in 1958 was. Eind 1959 is de afdeling officieel gestart, want men kan een afdeling niet zomaar starten. Men kan dat wel, maar ik wou dat niet. Ik had contacten gelegd met andere collega’s, politici enzovoort, waarvan ik wist dat zij vrijzinnig waren of toch de vrijzinnige gedachte op een of andere manier benaderden. Zij hebben samen met mij het Humanistisch Verbond opgericht voor de Rupelstreek. Dat omvatte Willebroek, Terhagen, Rumst, Niel, Schelle en Hemiksem. Dat was een zeer ruim gebied. Het idee was om ruim te beginnen en dan kleiner te worden. We hebben dat ook gedaan. Op bepaalde momenten in de evolutie heeft dat met zich meegebracht dat die opgesomde plaatsen allemaal een afzonderlijk structuur hebben gekregen. Zij zijn ook een afzonderlijk lokale afdeling van het Humanistisch Verbond geworden.