Vrijzinnige verhalenavonden
Dascha Vandeputte over priester, kinderen, doop, Gent en ziekenhuis
Dascha Vandeputte: Vooral in het zesde leerjaar: de pastoor kwam aan de deur en probeerde mijn moeder te overtuigen. Zij zei: “Neen, wij zijn vrijzinnig. De kinderen doen een lentefeest. Punt uit.”
Jimmy Koppen (interviewer): En waarvan probeerde hij haar dan te overtuigen?
Dascha Vandeputte: Dat onze zieltjes toch wel gered moesten worden en dat het beter was voor onze toekomst indien we ons vormsel toch deden. Ik kan nog een persoonlijke ervaring vertellen van een paar jaar later, in de trant van wat Donald heeft meegemaakt. Een vriend van ons, die met zijn fiets verongelukt was, werd op zijn zestiende verjaardag begraven. Dan hoor je die pastoor zeggen: “Mocht Koos misschien wat meer naar hier gekomen zijn, dan hadden we hier misschien niet samen gezeten om hem te begraven.” We zijn dan met een hele groep rechtgestaan en we zijn gewoon vertrokken. Toen was dat nog maar eens een bevestiging: “Oké, bij ons zit het wel goed. Wij mogen zelf denken en zelf voelen wat we voelen. Bij ons wordt er niks opgedrongen.” Wij wisten toen ook: “Dit zeg je niet. Dit link je niet aan het al dan niet naar de kerk gaan.” Mijn kinderen zijn niet gedoopt en hebben ook geen vormsel gehad. Mijn oudste dochter is ook prematuur geboren in het UZ in Gent. Dat klinkt heel grof, maar een paar uur na de bevalling, toen ik terug was op mijn kamer, kwam de hoofdpriester bij mij en hij zei: “Kijk, mevrouw, neem het mij niet kwalijk, maar ik moet het u nu vragen. Wenst u al dan niet een doopsel, want ik wil het nu weten, zodat er geen misverstanden kunnen zijn en we het ook aan de pastoor duidelijk kunnen maken?” Britt werd drie maanden te vroeg geboren, dus de kans bestond wel dat ze het niet ging halen. De manier waarop vond ik — dat was zakelijk en sec — heel oké. Dat voelde wel goed. Daar hielden ze echt wel rekening met jouw wensen als ouder. Dat was helemaal anders bij nummer twee, die is geboren in een ander ziekenhuis, in de Groenebriel in Gent. Daar wordt echt geprobeerd: “En ben je zeker?” “Ja, ik ben zeker. Ze wordt niet gedoopt.” Daar proberen ze dat dan wel.