VRIJZINNIGE VERHALENAVONDEN
Lydia Deveen over hoofddoeken, moslims, Karin Heremans en imams
Lydia Deveen: Er zijn daarin ook verschillende gradaties, in verband met de hoofddoek bijvoorbeeld. Ik heb contacten met moslima’s. Die vrouwen werken aan de emancipatie van de moslima’s, maar ze zeggen: “Indien we geen hoofddoek zouden dragen, zouden we dat niet kunnen doen.” Ik heb een heel genuanceerd idee over die hoofddoeken. Eigenlijk is dat maar uiterlijk. Ik geef daarbij een voorbeeld: op tien Marokkanen die aan de universiteit studeren, zijn er acht vrouwen. Ik vind dat belangrijker, of ze nu een hoofddoek dragen of niet. Het belangrijke is dat ze studeren, dat ze dialogeren, dat ze werken aan de emancipatie van de moslima’s met hoofddoek. Die hoofddoek is dan maar bijkomstig.
Jimmy Koppen (interviewer): Dat is iets helemaal anders dan wat Karen Heremans van het atheneum van Antwerpen zegt, waar meisjes geen hoofddoek mogen dragen op school, omdat de emancipatie dan pas kan beginnen.
Lydia Deveen: Met dat verbod op de hoofddoek, ben ik het niet eens. In dat geval heb je namelijk de reactie van iemand die extremer wil worden en dan dragen de meisjes nog meer hoofddoeken. Ik zie in Brussel, waar ik woon, dat de jonge meisjes al van kindsbeen af hoofddoeken dragen. Ik heb ooit een Marokkaanse poetsvrouw met een hoofddoek gehad. Zij was kwaad op de jonge meisjes die dat droegen: “Ze dragen dat om koket te zijn; zodat hun geschminkte ogen beter uitkomen.” Ze droeg zelf nog de hoofddoek omdat ze zich op die manier beter beschermd voelde. Ik begrijp dat omdat het juist de jonge mannelijke moslims zijn die voor de hoofddoek zijn. Zij vallen vrouwen aan die geen hoofddoek dragen. Dat is natuurlijk erg. Men moet eigenlijk vooral de moslimmannen overtuigen van verdraagzaamheid en openheid, meer dan de vrouwen. Ik vind dat de moslima’s zelfs meer geëmancipeerd zijn dan de mannen van de moslims.