VRIJZINNIGE VERHALENAVONDEN
Luc Devuyst over pluralisme, onderwijs, Frans Schollaert en Antwerpen
Luc Devuyst: Wij spreken zeer veel over pluralisme, maar er bestaan twee soorten pluralisme. Er bestaat een intern pluralisme en er bestaat een extern pluralisme. Naar mijn gevoel, als vrijzinnige, ben ik aanhanger van het extern pluralisme. Dat wil zeggen: niet opsluiten in getto’s. Naast de gemeenschapsscholen bestaan er ook scholen waar de ruimte die men geeft aan de kinderen om de verschillende culturen te beleven, te leren kennen, te leren waarderen, niet bestaat. Er zijn ook nog gettoscholen waar we toch ook aandacht aan moeten besteden. Het is overduidelijk dat wij naar het gemeenschapsonderwijs moeten gaan – naar het “officieel onderwijs”, moet ik zeggen, want anders ga ik het natuurlijk aan de stok hebben. De term is eigenlijk een beetje problematisch omdat “gemeenschapsschool” eigenlijk meer zegt wat het inhoudt dan “officiële school”. Het is een school van de gemeenschap, voor de gemeenschap. We zijn volledig akkoord dat de ideeën die daar aan bod komen natuurlijk ook in het stedelijk onderwijs worden gerespecteerd – het zou erg zijn moest dat niet het geval zijn. Misschien moeten we even terugkijken naar de geschiedenis en terugdenken aan de wetgeving-Schollaert. Het is dankzij Schollaert dat er in Antwerpen eigenlijk lange tijd – van dat ogenblik tot en met de schoolpactwetgeving – geen godsdienst werd gegeven. Het is inderdaad na de wet-Van Humbeeck van 1879, die de godsdiensten buiten de scholen heeft willen plaatsen, dat Schollaert eigenlijk als reactie heeft gehad: “De scholen – de rijksschool, de officiële scholen – zullen de mogelijkheid krijgen om de kinderen te ontslaan van de lessen godsdienst.” Vanaf een bepaalde hoeveelheid kinderen in een klas mocht men beslissen geen godsdienst meer te geven in die klas. Ik meen mij te herinneren dat er geen godsdienstverplichting meer was in de klas wanneer er twintig leerlingen in één klas zaten. Eigenlijk heeft de Katholieke Partij daar op dat ogenblik zeer eigenaardig op gereageerd. Men zou van katholieke zijde een zware reactie verwachten tegen de wet-Van Humbeeck, die de godsdiensten buitensmijt, maar het tegenovergestelde gebeurt: men heeft net een zeer gematigde reactie. Men zou bijna kunnen spreken van een eerste “schoolpactje”, omdat men daar de godsdienstlessen niet meer verplicht maakt zoals zij voor de wet-Van Humbeeck eigenlijk werden geïnterpreteerd. Maar goed, dat was een zeer zware zijsprong die ik nu gemaakt heb, maar ik dacht toch dat hij van belang was op een bepaald ogenblik.