Vrijzinnige verhalenavonden
Annette Grootjans en Ann Longrée over strijdvaardigheid, levensbeschouwing en onderwijs
Annette Grootjans: Wat mijn vrees is, is dat alles verworven is, maar de verworvenheden zijn en blijven toch altijd zo broos. En daar zijn we ons allemaal, denk ik, te weinig van bewust.
Ann Longrée: Er bestaat ook een tolerantiedrempel. Er wordt geregeld gevraagd “Waarom zouden we hier geen gebedsruimte inrichten? Jij hebt daar geen last van, want jij moet dat niet doen, maar dan kan ik het tenminste doen.” En dan denk je al gauw “Hallo, dit is wel een school.” Wij hebben geen nood aan een gebedsruimte. Er zijn al lessen godsdienst, zedenleer, etc. Als jullie iets willen organiseren, zoals een gebedswake, dan kan dat, maar we gaan daar geen aparte ruimte voor creëren. Dat zijn de vragen die stilaan beginnen te groeien. Men verwacht dat je de lessen stopzet en dergelijke dingen doet. Vrijdagnamiddag trekken in Willebroek, waar ik werk, veel jongens naar de moskee, omdat zij dat op dat ogenblik belangrijker vinden dan de lessen Nederlands. En dan heb je echt een probleem van waarden en normen.
Publiek: Ik denk dat dat de uitdaging wordt voor de komende decennia.
Ann Longrée: Dat is serieus de tolerantiedrempel. Wij moeten ons veel meer afficheren en uitspreken. Daardoor leren we het ook onder woorden krijgen, want het wordt een beetje evident. Binnen een school gaan we er snel van uit dat iedereen dezelfde waarden en normen heeft, want wij zijn het gemeenschapsonderwijs. Maar dan zie je leerkrachten die van elders komen en dit niet weten. Die gaan ervan uit dat dat net zo is als ginder. Nee, wij gaan anders om met jongeren. Wij praten met de leerlingen en zetten ze niet zomaar aan de deur. Wij hebben een herstelgericht onderwijssysteem, enz. Dat zijn de eisen die je stelt. Je geeft geen 0 aan een leerling als je geen toets hebt afgenomen. Als je niet weet wat hij doet, kan je geen 0 geven. Dat gebeurt in het college nog wel. Daar zit het verschil. Hoe ga je hiermee om? Hoe ga je met mensen om? Dat is een traject waar we dagdagelijks aan moeten werken – van bovenuit, maar ook van onderaf, ergens om die tolerantie van “jij verdraagt dat niet van mij dat ik een sjaaltje aan doe en dat jij een petje opzet”. Dat is ruimtes afbakenen; dat is echt zeggen van “ik ben zo”.