Vrijzinnige verhalenavonden
Ann Longrée over niet-confessionele zedenleer, onderwijs en Mechelen
Ann Longrée: Wij zijn een officiële school en daar worden alle godsdiensten gegeven. Dan spreek ik niet alleen voor Pitzemburg, maar voor alle athenea in het Mechelse en daarbuiten, waar je de communicatie tussen de geloofsovertuigingen wel krijgt. Ik denk ook dat er wel een heel groot verschil bestaat tussen weten dat er iets anders is en hetgeen er in een katholieke school – het zuiver katholieke dan – wordt doorgegeven. Ik denk dat dat zeker een rijkdom is naar het kritisch denken, het bezig zijn met die informatie, en het dagdagelijks ook meemaken. Uiteindelijk volg je de lessen wiskunde allemaal samen, maar je kan kiezen voor zedenleer of godsdienst – islamitische, protestantse, orthodoxe, anglicaanse, Israëlische – en op dat ogenblik word je in groepjes verdeeld. We merken de laatste jaren dat er in heel veel scholen een consensus is en er ook een vraag bestaat – een beetje van bovenaf, maar voornamelijk van beneden gestuurd – om bepaalde projecten allemaal samen op te nemen. Ik vind dat een serieuze meerwaarde, want zo krijg je de confrontatie van verschillende ideeën.
Jimmy Koppen (interviewer): Dat is inderdaad nu het geval, maar is dat altijd zo geweest? Heeft u, als u kijkt naar een school, altijd de indruk gehad dat deze die boodschap kan brengen? Is dat voor u anders?
Ann Longrée: Ik denk het wel. Ik ben 12 jaar in het Lyceum geweest, 13 zelfs. Op dat ogenblik heb je daar toch wel al die geloofsovertuigingen meegemaakt. In de lagere school waren we maar met enkelen die zedenleer volgden. De dagen van het vormsel zaten we maar met twee in de klas en had de rest vrij. De juffen vonden dat eigenlijk niet zo leuk, want die moesten er dan ook zijn, een veredelde babysit op dat moment. Maar dat was zowat het traject waar je doorgaat. Dus je beseft wel van: “Hmm. Dit is wel zo.” Toen waren alle overtuigingen nog niet aanwezig; we hadden er drie op dat moment.