Vrijzinnige verhalenavonden
Eddy Vandewalle over Feesten Vrijzinnige Jeugd, Ronse, Avelgem en Oudenaarde
Eddy Vandewalle: Er waren op een bepaald moment drie verenigingen: Gavere, Oudenaarde en Ronse. Dat was eigenlijk een explosie. Op een bepaald moment hebben we dat uit elkaar moeten halen. Er was geen plaats genoeg voor de mensen om te zitten. De oma’s moesten aan de ene kant van de refter gaan zitten en de kinderen aan de andere kant. Er zijn wel bepaalde leuke situaties geweest.
Iedere keer is er eigenlijk een evolutie geweest ook voor wat betreft het feest van de vrijzinnige jeugd. Bijvoorbeeld wanneer er zo’n anarchistisch feest van de vrijzinnige jeugd bestond, meenden wij dat de kinderen zich moesten amuseren. We hebben toen een labyrint gemaakt.
Jimmy Koppen (interviewer): Wanneer was dat ongeveer?
Eddy Vandewalle: In de jaren ’70-’80. We hadden dus een feest georganiseerd op den Bruul. We hadden met grote dozen een labyrint gemaakt. We hadden echter niet verwacht dat alle kinderen in een schoon kostuumpje zouden komen voor het feest met bomma en bompa. Als ze uit het labyrint kwamen, waren ze zwart. Er was eventjes bijna een conflict.
We hebben dan geleerd om beetje bij beetje ook oog te hebben voor de familie. De familie moet daar ook een deel van zijn. Er is dan ook een moment geweest waarop ze uitleg gaven aan de grootouders: de bedoeling, de cursus moraal, we staan ook open voor mensen die gelovig zijn.
Het was in het begin een grote stap voor veel gasten omwille van de grootouders. Als ze zedenleer volgden en het feest van de vrijzinnige jeugd gingen doen, kregen ze van hun grootmoeder de koersfiets niet. Het was bij wijze van spreken een koersfiets of het feest van de vrijzinnige jeugd. De communicatie op dat moment, het opentrekken is belangrijk geweest voor het vrijzinnig gedachtegoed.
Waarom moet de vrijzinnigheid na-apen wat de katholieke kerk doet? We dachten: “Wij gaan iets alternatiefs doen en met de tijd gaan de mensen zeggen we gaan het feest thuis doen, bijvoorbeeld.” Dat is grandioos mislukt. Mensen houden van feestvieren, houden van familiefeesten, in groep, eten ook. De mensen konden blijven eten. Dat is een enorm werk. We moesten alles zelf organiseren. Dat is dan inderdaad uitgegroeid. Bijvoorbeeld vorige week, vorige jaar in Avelgem: meer dan 400 mensen. De zaal zat helemaal vol. Er is een duidelijke groei. De mensen zijn ook toleranter geworden om naar het feest te komen. De grootouders zijn er niet meer zo tegen gekant.