Vrijzinnige voorvechters
Sonja Eggerickx over van de Humanistische Jongeren naar Humanistisch Verbond Gent
Jimmy Koppen (interviewer): Wat beschouwd u als een realisatie die u hebt kunnen waarmaken bij HJ? Dat is iets waar ik mijn stempel heb kunnen halen? Is daar zo iets waarvan u zegt “Dit is iets waar ik fier op ben”?
Sonja Eggerickx: Ja, maar dan echt plaatselijk in Ronse. Niet als nationale voorzitter, maar wel plaatselijk in Ronse. Ik denk echt dat we daar bakens verzet hebben, dat we daar mensen bewust gemaakt hebben van het feit dat vrijzinnigen… Er was een jeugdclub in Ronse op dat moment. De naam ontsnapt mij nu. Van de broer van Edwin Hantson. Edwin Hantson heeft nog een tijd op de VUB gezeten. Hij heeft daar gestudeerd, maar ik denk ook in een project gezeten. En die jeugdclub was echt een jeugdclub van de jaren ’70, met heel lang haar en gonzig, het beeld van de hippie. Dus ja dat was slecht, de goegemeente van dat natuurlijk niet goed. Maar door activiteiten van HJ, doordat ik daar was of een leraar zedenleer, mochten die jongeren buiten en aan jongerenactiviteiten deelnemen. Dus op die manier heeft HJ daar een hele grote rol gespeeld, omdat we niet in dat café gingen. Ik had daar niks tegen, maar je moet ook rekening houden met de mogelijkheden. Hadden we daar ooit een debat georganiseerd, in dat jongerenhuis, dan waren heel wat leerlingen daar niet naartoe gekomen. Ik herinner mij dat ik een paar jaar geleden, toen ik nog niet lang inspecteur was, alhoewel, meer dan een paar jaar, had OVM in Ronse mij uitgenodigd om op een aperitiefgesprek te komen. Dat was een zondagmorgen, de eerste zondag van de maand denk ik, over zedenleer. Er zaten een aantal van mijn oud-leerlingen die nadien bij mij kwamen en zeiden: “En het is nog altijd hetzelfde. Je spreekt nog altijd met uw handen. En je bent nog altijd dezelfde. We hebben zo’n goede herinneringen. Weet je nog dit of weet je nog dat.” Neen, ik weet dat niet meer. Maar zij nog wel. Dus ik denk dat daar door humanistische jongeren een groter… Dat ik daar echt wel meegedaan heb aan emancipatie van jongeren naar mee kritische zin, naar het aanvaarden van plezier en dergelijke meer.
Jimmy Koppen (interviewer): Zou je zeggen dat als je lid bent van HJ dat je naar HV overgaat later?
Sonja Eggerickx: Dat zou moeten, maar dat gebeurt helaas te weinig. Omdat een aantal mensen afhaakten bij HJ die zeiden “Voor mij hoeft het allemaal niet meer”. Omdat er gekonkeld werd en het niet altijd democratisch verliep en dat het niet altijd leuk was. Ik vind dat hetgeen je in je vrije tijd doet, hoe serieus het ook mag zijn, dat je toch af en toe mag lachen. Dat is iets wat ik heel vaak mis.
Jimmy Koppen (interviewer): Is de vrijzinnigheid te ernstig? Of was het te ernstig in die jaren?
Sonja Eggerickx: Ja in die jaren, ik vind soms nog. Maar goed. Ook internationaal trouwens. Ik denk dan soms laten we eens lachen, mag dat? Neen, blijkbaar niet. Ik spring over naar IHEU. Het laatste congres in Oxford daar hebben ze tussendoor een stand-up comedian getoond, en dat was voor mij zo een opluchting. Ik dacht misschien is dat de Britse humor die ze niet helemaal weg krijgen. En gelukkig maar. Het moet altijd serieus zijn. En dat hebben we ook in Ronse, met Humanistische Jongeren, waren er serieuze debatten en serieuze lezingen maar al die optredens die er waren, fuiven die we gaven, leuke films die we toonden.
Jimmy Koppen (interviewer): Was HV dan een stuk ernstiger?
Sonja Eggerickx: HV was toen niet actief in Ronse. Het is zo dat die een hele periode niet in elkaars vaarwater liepen. In een stadje als Ronse had je OVM en in Oudenaarde was er een HV. Eigenlijk deden die voor een stuk dezelfde activiteiten. Ik herinner mij, in Oudenaarde was het dan het Humanistische verbond dat het feest vrijzinnige jeugd organiseerde, terwijl het oorspronkelijk iets was wat uit OVM voortkwam. Maar ja, als er geen OVM was deed het Humanistisch Verbond dat. Of zoals hier in Gent, een comité appart.
Jimmy Koppen (interviewer): Wat zijn jouw engagementen juist geweest bij HV?
Sonja Eggerickx: In HV ben ik in de raad van bestuur terechtgekomen nadat in de werkgroep Feminisme zat van het Humanistisch Verbond en in de Werkgemeenschap Leraren Ethiek. Lydia Blontrock was dan nationaal voorzitter en die heeft mij gevraagd om in het nationale bestuur te komen zitten. Toen ik Gent begon te werken vond ik het evident dat ik ook naar HV Gent kwam en heb ik me vanaf het begin in het bestuur hier geëngageerd. Ik ben dan ook voorzitter geweest in HV Gent. Maar de getallen, uit mijn hoofd weet ik dat niet meer precies. Vanuit HV Gent ben ik dan ook voorzitter geworden van het geuzenhuis. In de periode dat we aan het geuzenhuis begonnen. Dus dat we van een huis in de Bijlokevest naar de Kantienberg gegaan zijn. Ik herinner mij dat ik elke maandag werfvergadering had met de architect en de aannemer. Ongelooflijk boeiend. Het ging over zaken die ik niet begreep, maar ja ik moest er bij zijn. Dat was die periode. Dan de eerste onderhandelingen om een groter huis te krijgen met het stadsbestuur, en dan verder onderhandelen over wie wat betaalde.
Jimmy Koppen (interviewer): Was er voordien een ontmoetingsruimte?
Sonja Eggerickx: Ja in de Bijlokevest hadden wij een huis van de stad. Maar dat was een huis, en dat was veel te klein.