Vrijzinnige verhalenavonden
Gerlant Van Berlaer over de toekomst
Gerlant Van Berlaer: Het is een beetje bon ton om te zeggen: “Vroeger was het toch studentikozer” of “Vroeger was er meer volk op de cantussen”, “Vroeger werd er meer betoogd en waren studenten actiever”, “Wij waren politiek bewuster”, enz. Een goede vriend van ons, Nick Trachet, ook een wetenschapper, zei: “Trek het je niet aan, alles is een cyclische beweging.” Ik heb zijn citaat altijd in het achterhoofd gehouden. Als je het nagaat, is alles een cyclische beweging. Ik ben hier in 1985 toegekomen, maar ben maar in 1986-1987 in de studentikoziteit gerold – of toch in het actieve studentenleven, nog niet echt in de studentikoziteit. Ik ben deze week nog naar de Laatste 100 Dagen geweest van de studenten in Jette, als ik kan, pak ik nog een cantus mee en ik ga nog altijd naar de dopen – ik ben lang niet de oudste, want de praeses van 1974 of 1979 komt daar ook nog altijd naartoe. Je ziet dingen veranderen, maar je mag dat nooit zien als een teloorgang. Elke nieuwe generatie brengt nieuwe dingen mee. Ze zijn tegenwoordig geweldig “geconnecteerd”, o.a. met Facebook. Ik denk dat iedereen een hoek in zijn rug zal krijgen door constant over die schermpjes gebogen te zitten – als dokter let ik daarop. Het is misschien anders, maar ik zou nooit durven zeggen dat het slechter is of dat het minder gemotiveerd is. Sinds Nick dat lang geleden tegen mij zei, heb ik altijd opengestaan voor de nieuwe evoluties in het studentenleven. Daardoor zie je dan ook weer het fijne van deze generatie. Ik vind het nog altijd tof en ik blijf nog altijd gaan – dat zal mijn midlifecrisis wel zijn. Ik geef toe dat het studentenleven nu zeker anders is. Na 22 zangfeesten denk ik ook “Oké, nu is er geweldig veel elektrisch geweld en vroeger mocht dat niet.” Alles moest akoestisch zijn en drums waren verboden. Dat soort dingen veranderen, maar is dat daarom slechter? Nee, het is gewoon anders. Ik vind dat – als je daarvoor openstaat en die cyclische beweging van Nick onthoudt – het dan allemaal wel weer goed komt. Hetzelfde met de academische overheid: stel je voor dat ze je een doopzaal zouden geven, dan zouden zij de regels bepalen in jouw doopzaal. Dat is toch ook zo?
Jimmy Koppen (interviewer): Is dat ook zo met het VUB-logo?
Gerlant Van Berlaer: Het VUB-logo? Dat komt nog wel terug, dat komt nog wel terug – cyclische beweging! Iets dat naar mijn aanvoelen doorheen de tijd sterk geëvolueerd is – toen ik toekwam was de studentikoziteit nog heel erg brallerig en ging het over zuipen… Ik drink wel eens graag een pintje, maar ik heb nooit graag gezopen, dus ik heb wel veel gedaan alsof. Maar ik heb de indruk dat – ja, daar zijn getuigen van, he – de studentikoze gemeenschap meer inhoud heeft dan toen. En daarin hebben wij, denk ik, allemaal – heel bescheiden, want we worden hier aangekondigd als prominente figuren, ver van dat natuurlijk – een klein bescheiden rolletje gespeeld met het oprichten van doopjury’s. In Jette zijn wij bijvoorbeeld – wij zijn lang niet de enige kring en we hebben de mosterd gehaald bij de studentikoze maçonnerie, als je het zo wil noemen – een soort examen beginnen afnemen van de studenten voor ze hun klak mogen dragen. Dat is natuurlijk voor een groot stuk ook weer om er mee te lachen, maar op die manier worden ze in hun eerste jaren in contact gebracht met namen als Poincaré, met symbolen als de fakkel. Je geeft ze een soort immersie in een bredere context rond die studentikoziteit, wat absoluut niet het geval was toen ik gedoopt werd. De wiskundige kring deed nog wat speciaal, maar dat was toch vooral zuipen – en dan nog in een bad vol ingewanden. Dat is er in de loop van de tijd allemaal uitgegaan en het is nu iets gestroomlijnder, iets digitaler. Maar ik vind dat het op zich wel meer inhoud heeft.