Pioniers van de vrijzinnig-humanistische zorg
Conny Verkest over de verschillen en raakpunten tussen moreel consulenten en aalmoezeniers
Conny Verkest: Het grote verschil als moreel consulent en als vrijzinnige is dat je heel erg rekening houdt met het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt en de privacy en de eigenheid van de patiënt. De patiënt en zijn keuzes komen op de eerste plaats. Een aalmoezenier zal het daarentegen ook zoeken in de richting van dankbaarheid voor je medemens en zeggen “Je moet dit en dat”. Wij staan in de eerste plaats voor de zelfbeschikking en dat verschil merk je toch, hoor. Maar er zijn ook heel veel raakpunten. Je luistert naar mensen en je probeert ze bij te staan. Zowel zij als wij komen in eerste plaats als mens. De mensen die gelovig zijn, willen daarnaast ook nog bidden. Dat is hun departement. Of de ziekenzalving. Wij komen met onszelf. Ze vragen mij soms, als iemand gaat sterven: “De pastoor brengt de ziekenzalving. Wat brengen jullie?” Ik zeg: “Ik breng enkel mezelf. Ik kom met mezelf.” Mensen hebben daar dan geen boodschap aan. “Maar hoe gaat dat dan?” “Mensen die niet gelovig zijn, hebben daar geen boodschap aan.” Dat hoeft ook niet.
Soms denken ze dat wij ook rituelen nodig hebben, terwijl dat niet altijd zo is. En als het toch zo is, dan is dat zeer individueel en zeer persoonlijk. Dat is dan bijvoorbeeld foto’s bekijken. Het gebeurt dat er bijvoorbeeld foto’s van vroeger bovenkomen, terwijl zij hun verhaal vertellen. Die man die dan nog van alles wou zien. Dat zijn dan zo’n zaken. Maar het is niet zoals de pastoor met de ziekenzalving. Dat is niet zo, he.