ARCHIEVEN
Guldenboek Vlaamse Vooruitstrevende Studentenkring Brussel
Het Brussels Studentengenootschap wordt in 1856 opgericht door Alfons Willems als neveneffect van het onderzoek naar de Vlaamse grieven door de zogenaamde Grievencommissie. De vereniging verandert geregeld van naam maar behoudt telkens de spreuk ‘Geen Taal, Geen Vrijheid’, tevens haar roepnaam. Na WOII neemt ze de naam Brussels Studentengenootschap aan. In de jaren 1950-1960 evolueert ze tot koepelkring van de Vlaamse studentenkringen aan de Université Libre de Bruxelles (ULB) en later de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
Het Guldenboek is door de Vlaamse overheid erkend als topstuk. Het is een zeldzaam document met bijzondere esthetische, artistieke en wetenschappelijke waarde. Het getuigt van een aantal historische evoluties zoals de overgang van de Vlaamse Beweging van culturele naar politieke en sociale beweging. Het toont aan hoe een aantal studenten de Vlaamse identiteit aan een vrijzinnig vooruitstrevend gedachtegoed koppelden, waarmee ze een progressieve vleugel in de Vlaamse Beweging vormden.
Het boek legt de politieke, culturele en sociale netwerken bloot van jonge Vlaamse intellectuelen tussen 1880 en WOI in Brussel. Het Guldenboek getuigt mee over de verfransing van de stad Brussel. Door dit alles is het van grote betekenis voor het collectieve geheugen van Vlaanderen. Het Guldenboek bevat de statuten, het programma en de 'geloofsbelijdenis' (ondertekening van een vrijzinnige engagementsverklaring van de leden), activiteiten, jaarverslagen en lijsten van voorzitters, ereleden en bezoekers. Het bevat vele bekende en ronkende namen van illustere Vlamingen en Nederlanders die op de ULB studeerden, zoals Lodewijk De Raet, August Vermeylen, Nico Gunzburg, Frederik Carel Gerretson, Herman Teirlinck, Emmanuel Hiel, vader en zoon Hoste. De vele (jaar)verslagen, namenlijsten, foto's, tekeningen, uitnodigingen, menukaartjes, enz. geven een beeld van het reilen en zeilen van de studentenkring. Van bals tot politieke acties, van culturele voordrachten tot de strijd voor het Nederlandstalig (hoger) onderwijs, van cantussen tot loyaal verzet en activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog.