Dit debat kadert in de Week van de Verlichting (19-23 maart 2018) en wordt georganiseerd in samenwerking met de Maakbare Mens vzw.
In België is spermadonatie anoniem. Zo wil de overheid problemen door ongelijke verwachtingen van de ouders, de donor en het kind vermijden. De laatste jaren staat de anonimiteit van donoren ter discussie, ook in ons land. In een aantal ons omringende landen is de anonimiteit helemaal of gedeeltelijk opgeheven. Kinderen kunnen zich daardoor over de donor informeren en met de donor in contact komen. We zoeken met het panel naar de relatie tussen anonimiteit, het gezin en het individu.
Programma
- Tim Duerinck
- Freddy Mortier
- Stephanie Raeymakers
- Elia Wyverkens
- Moderator: Katleen Gabriels
Toegang tot het debat en de receptie is gratis, maar inschrijven is verplicht.
Meer informatie via info@cavavub.be.
Verslag van het debat ‘Spermadonorschap en het gezin 2.0’
Op maandag 19 maart debatteerde een panel van specialisten op de campus van de Vrije Universiteit Brussel over vragen die bij de problematiek van spermadonorschap en donorkinderen aan bod komen. Tim Duerinck (donorkind en instrumentenbouwer), Freddy Mortier (ethicus, pro-vicerector van de UGent en voorzitter van deMens.nu), Stephanie Raeymaekers (donorkind en oprichter van Donordetectives) en Elia Wyverkens (psychologe en seksuologe) gingen in op de beweegredenen van wensouders om een kind te krijgen, de communicatie van ouders met kinderen, de vraag van donorkinderen naar de identiteit van de donor en de regels over anonimiteit van de donor.
Dit debat werd door het Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven georganiseerd in het kader van de Week van de Verlichting aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
De Week van de Verlichting is een week vol evenementen met als doel de Verlichting en het principe van Vrij Onderzoek extra in de verf te zetten. Alle activiteiten gaan door op de campussen van de VUB in Etterbeek en Jette, met ondersteuning van deMens.nu. De Week van de Verlichting is een gezamenlijk initiatief van het Brussels Studentengenootschap (BSG), Studiekring Vrij Onderzoek, Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven (CAVA), Humanistisch Jongeren (HUJO), Masereelfonds, Oudstudentenbond VUB (OSB), Studentenraad VUB, Uitstraling Permanente Vorming, Werkgemeenschap Leraren Ethiek – DigiMores en het Willemsfonds.
Zowel Frank Scheelings, coördinator van het CAVA, als Freddy Mortier, voorzitter van deMens.nu, verzorgden de inleiding op het debat. Professor Scheelings schetste de geschiedenis van spermabanken en donorkinderen in België, terwijl professor Mortier het huidige wettelijke kader voorstelde aan het publiek. Dat publiek was talrijk opgekomen, met een mix van studenten, donorkinderen en geïnteresseerden. Het debat werd gemodereerd door professor Katleen Gabriels, ethica van de Technische Universiteit Eindhoven.
Elia Wyverkens opende het debat door het belang uit te leggen van de gezinssituatie en vooral het opvoedingsproces — hoe het gezin functioneert — voor de ontwikkeling van een donorkind. Warmte in het gezin en een open communicatie blijken de beste garantie op welbevinden van een opgroeiend kind. Tim Duerinck herkende zich hierin en herinnerde zich dat zijn ouders hem steeds omringd hebben met warmte en open communiceerden over zijn donor. Stephanie Raeymaekers erkende de bevindingen maar leerde ons dat, zoals voor haar het geval is, wanneer ouders de donor doodzwijgen, dat kan leiden tot een persoonlijk gevoel van ‘iets te ontbreken’. Communicatie na de conceptie blijkt een belangrijke invloed te hebben op de ontwikkeling en identiteit van donorkinderen. Zij haalde aan dat intenties die ouders hebben om open kaart te spelen met hun kinderen vaak niet overeenkomen met de praktijk. Elia onderstreepte dat eigenschappen van donorkinderen vaak anders zijn dan die van de wensouders en dat gezinscounceling zeker is aangewezen.
Op de vraag naar identiteitsbeleving kregen we op deze avond verschillende invalshoeken te zien. Uit onderzoek blijkt dat donorkinderen vaak nieuwsgierig zijn naar hun donor, maar dat vraag naar een ontmoeting niet altijd aan de orde is, soms ook vanuit een loyaliteitsgevoel naar de wensouders toe. De vraag is natuurlijk wat de nieuwe generatie van volwassen donorkinderen zal doen in deze problematiek. Stephanie is, net als anderen bij donordetectives, wel vragende partij voor een ontmoeting met haar donor. Donordetectives probeert zoveel mogelijk DNA-informatie te verzamelen om te matchen aan donorkinderen. Met de relatief kleine databanken in België en Nederland is dat moeilijk. In de Verenigde Staten is die databank veel groter. Tim heeft dan weer geen enkele interesse om zijn donor te kennen. Hij beschouwt het ‘donordeel’ van zijn identiteit als een wildcard. “Wat kan ik ermee doen?” Het doet hem vaak nieuwe dingen proberen omdat hij daar misschien wel eens aanleg voor zou kunnen hebben.
Wanneer een donorkind een ontmoeting wil met de donor, komt ook de situatie van het gezin dat die donor ondertussen kan hebben, in de kijker. Freddy vraagt om bij zo een vraag om een minimale privacy die de positie van het gezin van de donor kan beschermen. Het kan niet de bedoeling zijn om gezinnen uiteen te scheuren. Het probleem blijft dat de rechten van twee mensen tegen elkaar moeten worden afgewogen en de ene niet zomaar de voorkeur kan krijgen. Stephanie is hierin radicaler en gaat volop voor de rechten van het donorkind. De gevolgen voor de donor en zijn gezin zijn voor haar van veel minder belang. Tim was zelf gestart met het traject om donor te worden, maar heeft er niet mee doorgezet. Hij begrijpt vanuit zijn perspectief dat een donor niet altijd vragende partij is om geconfronteerd te worden met een kind dat voor hem een herinnering is aan een beslissing uit een ver verleden. Tim zelf antwoordt dat hij niet zou weten hoe daarmee om te gaan. Ook partners van donoren kunnen daar moeite mee hebben. Tims partner is blij dat hij nooit donor is geworden.
Na afloop werd er op de receptie nog duchtig doorgepraat door het publiek. We merkten, zowel tijdens het debat als de receptie, dat spermadonorschap en donorkinderen onderwerpen zijn die veel mensen raken. Bij de vragen uit het publiek kwamen vaak heel persoonlijke opmerkingen naar voren. Een studente vroeg of het panel, als donor, hun kind de deur zou wijzen wanneer dat aanbelt? Een jonge moeder was blij met de informatie die ze had gekregen. Zij en haar partner hadden net een baby gekregen dankzij een donor.
Op het debat werden vaak uiteenlopende meningen geventileerd, maar die bleven amicaal en bij de meeste vragen werd een consensus bereikt in de theorie met erkenning voor individuele gevoeligheden en situaties. Het Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven is blij dat haar activiteit op deze manier kon verlopen en hoopt volgend jaar op een nieuw debat een even interessante avond te kunnen organiseren!