PIONIERS VAN DE VRIJZINNIG-HUMANISTISCHE ZORG
Jan Verlinden over De Vlam
Jan Verlinden: [De Vlam] is gegroeid vanuit Humanitas, ook vanuit zo’n studiedag. Ik had op een gegeven ogenblik een studiedag georganiseerd over relaties – intermenselijke relaties in het algemeen. Tijdens die studiedag bleek dat er – ook in vrijzinnige middens – nogal wat mensen alleenstaand bleven of geraakt waren. Dat heb ik dan even proberen te checken – dat was al iets gemakkelijker in die periode. Ik wou kijken hoe het alleenstaand zijn eigenlijk evolueert in België en Vlaanderen. Al snel bleek dat het aantal echtscheidingen de hoogte in ging en dat het aantal hersamengestelde gezinnen groter en groter werd. Toen dacht ik: “Wat als je alleenstaand bent en je wil een nieuwe relatie beginnen?” Een aantal mensen lukt dat zonder problemen: die moet je ook niet bemoederen of bevaderen. Die trekken hun plan wel. Er zijn daarnaast ook een aantal mensen die wel een nieuwe relatie zouden willen, maar die er om welke reden dan ook niet in slagen die tot stand te brengen. Ik ben daar dan over beginnen na te denken. Toen dacht ik “Als we nu eens een vrijzinnig relatiebureau zouden oprichten: specifiek vrijzinnig, waar iedereen terecht kan, maar waarbij alle betrokken wel weten dat je in een vrijzinnig midden terechtkomt en dat je geen pastorale bijstand of wat dan ook mag verwachten. We hebben dat met een aantal mensen opgericht. Aanvankelijk was het een feitelijke vereniging, maar nadien hebben we er, omdat er gebalanceerd moest worden met verantwoordelijkheden, een vzw van gemaakt. Een vrijwilliger nam dat op zich. Als je een relatiebureau wil beginnen en je hebt maar tien mensen, dan is de vijver waarin je vist wel heel klein om een relatie te vinden. Degene die het nadien opvolgde, deed dat iets beter, maar dan ging het nog altijd maar om een dertigtal mensen.
Dat leverde dus geen resultaat op. Nogal wiedes ook: statistisch kan je aantonen dat de kans bijna 0 is. Toen heb ik besloten om het zelf te doen. Ik werkte mee aan de radio-uitzendingen van het Humanistisch Verbond. Via de radio-uitzendingen kon ik dan af en toe een item over De Vlam – de vlam in de pan – daartussen gooien. Telkens opnieuw zag ik een piek in het aantal mensen die na zo’n item om informatie vroegen. Of die lid werden of niet is een ander verhaal. Ook verschenen er artikels in een aantal tijdschriften, zoals bijvoorbeeld Libelle, waarin op een zeker ogenblik een interview verscheen. In Antwerpen bestond al een duidelijk katholiek relatiebureau, met massa’s leden, o.a. via de Christelijke Mutualiteit. Ik had daar ook een vrij goed contact mee, want die zagen natuurlijk ook dat dat een leemte opvulde. Bovendien waren wij een stuk goedkoper, want ik werkte als vrijwilliger. Ik moest er natuurlijk wel voor zorgen dat ik kopieën en postzegels e.d.m. kon recupereren, maar voor de rest waren er maar weinig kosten. Zij waren een stuk duurder dan wij, maar hadden ook een betere dienstverlening. Zij beschikten over een eigen secretariaat met een aantal mensen die daar permanent professioneel werkten.
Na zo’n interview in Libelle schoot de vlam in de pan en was het aantal aanvragen amper bij te houden. De vijver waarin gevist kon worden schommelde zo om en rond de 300 personen. Ik heb er geen statistieken van bijgehouden – achteraf gezien wat jammer – maar er waren naast tijdelijke toch wel een aantal blijvende relaties uit voortgekomen en niet alleen van vrijzinnigen, ook van allerlei soorten mensen: een buschauffeur, een prof aan de VUB, een architect … een heel gevarieerd publiek. Mijn zorg was eigenlijk om te proberen van die vijver van 300 mensen te vergroten of minstens in stand te houden. Op een zeker ogenblik kostte zes maanden lidmaatschap 300 BEF. De commerciële relatiebureaus vroegen op dat ogenblik 30.000 BEF en er waren natuurlijk ook de nodige misbruiken. Wij zaten natuurlijk op een ander niveau, maar wij kregen heel vlug de reputatie bijzonder punctueel en eerlijk te zijn. Vrijzinnig, punctueel en eerlijk – dat was zo’n beetje de samenvatting. Daar vielen een aantal mensen uit die na verloop van tijd toch geen relatie vonden of op een andere manier een partner ontmoetten, … Het is niet omdat ze lid werden van De Vlam dat ze voor de rest met oogkleppen op rondliepen. Ze konden nog altijd hun ideale partner ontmoeten op café of op reis.
Vanwege de misbruiken in de commerciële sector werd toen vanuit het ministerie – ik denk dat het het ministerie voor Cultuur was – een aantal voorwaarden en reglementeringen opgelegd, waar ik altijd mijn voeten aan heb geveegd. Ik moest geen regeltjes hebben – van geen enkele minister. Ze mochten mij inspecteren op elk moment, dag en nacht: ik had niets te verbergen. Ze konden mijn boekhouding inkijken – ik heb daar ook nooit winst mee gemaakt. Dat was ook de bedoeling niet. Ik moest er gewoon voor zorgen dat de boel draaiende bleef. Met de opkomst van het internet, dat veel meer rechtstreekse relaties mogelijk maakte, was ik eigenlijk blij. Het was eigenlijk een beetje mijn ‘dada’, mijn ‘levenswerk’: meer dan Humanitas, meer dan OVM was De Vlam mijn kind. Het was een praktisch stuk humanisme dat aansloot bij de filosofie van “je vangt geen vliegen met azijn”. De Vlam heeft een aantal mensen mee naar de vrijzinnigheid gebracht. Op een zeker ogenblik was ik toch wat moe aan het worden. Dat vroeg steeds meer en meer tijd en ik was daar werkelijk iedere dag mee bezig. Ik was blij dat ik op een gegeven ogenblik toch kon zeggen: “Jongens, ik stop ermee.” Ik heb het dan overgelaten aan drie vrouwen van Radio 2 die in het Antwerpse actief waren in de zorg voor minderjarigen die geen thuis konden vinden en een tijdlang opvang nodig hadden. Die hebben dat een paar maanden volgehouden en nadien is het volgens mij gewoon op de fles gegaan – zeer tot mijn spijt, maar ja.