PIONIERS VAN DE VRIJZINNIG-HUMANISTISCHE ZORG
Jan Verlinden over de vorming van moreel consulenten
Jan Verlinden: Dat was de vorming aan de VUB van de consulenten, waar men ook een aantal mensen zwaar heeft ontgoocheld en voor het hoofd heeft gestoten. Mensen die in het kader van de morele lekenbijstand – hetzij in de gevangenissen, hetzij in de ziekenhuizen – jaren als vrijwillig moreel consulent hadden meegedraaid, werden plots aan de kant geschoven voor piepjonge mensen die misschien wel een universitair diploma hadden, maar nog het allereerste moesten bewijzen over hun engagement in de beweging. Die vrijwilligers werden voorbijgestoken en vervangen door mensen waarvan je dacht: “Wie is dat? Ik ken die niet eens.” Die kwam dan van het Sint-Rita Instituut, had vier jaar VUB gedaan en ging aan de slag met een professionele wedde, vakantieregeling en een pensioenregeling. Nu kan je je wel voorstellen dat zo’n consulent die jaren zijn vrije tijd geïnvesteerd heeft voor de goede zaak – ik zou zeggen: “chapeau!” –, dat een aantal van die eerste en tweede generatie vrijwilligers dat met lede ogen aanzagen en zelfs zwaar gefrustreerd waren. Ik kan daarbij namen noemen, maar dat doet er nu niet toe. Dat is iets wat de katholieken al lang hebben geleerd: eerder het engagement van mensen te ‘belonen’ dan de nieuw aanstormenden die het nog moeten bewijzen te ‘belonen’. Naar mijn mening is dat een serieus gemiste kans. Ik gaf het voorbeeld van Georgette Longree, die lager middelbaar en een paar studiedagen van Humanitas had doorlopen en consulent was geworden. Dan kan je je wel afvragen of zij de nodige deskundigheid en bekwaamheid had – dat weet ik niet, daar heb ik misschien zelfs mijn twijfels bij –, maar wat zeker was, was dat ze al jaren lang, al voor dat de post te begeven was, de vrijzinnige beweging gesteund had. Dat kan ik bij wijze van spreken zwart op wit bewijzen. En dat is een gelukkig voorbeeld, maar zo zijn er helaas – voor zover ik weet – geen vijf te vinden. Het is een toevalligheid – misschien ook omdat Georgette zich niet in de hoek heeft laten drummen – het is geen bewuste strategie vanuit de organisatie, vanuit de vrijzinnige beweging. Dat vind ik nog altijd jammer.