Pioniers van de vrijzinnig-humanistische zorg
Tania Ramoudt over Limburg
Lisa Dejonghe (interviewer): Denkt u dat het soms in Limburg moeilijker was dan in andere provincies?
Tania Ramoudt: Ik denk dat wel omdat – ik het merk in mijn privéleven – je in Limburg nog het fenomeen hebt van kerkdorpen. We zeggen dat het in Vlaanderen allemaal lintbebouwing is, maar in Limburg heb je dat niet. Daar heb je kleine dorpjes die met veldwegen met elkaar verbonden worden. Daar ligt ondertussen al macadam, maar toch… Dat zijn nog dorpjes op zich. Ik weet nog goed dat er een buurman van mij gestorven was. Die dochter wist dat ik vrijzinnig was en in het CMD werkte. En toen is zij komen vragen: “Wil jij de afscheidsplechtigheid van mijn papa niet doen?” Ik heb gezegd: “ Ja, met veel plezier.” Ik weet nog dat er iemand van het dorp waar ik woon, na de plechtigheid, naar mij is gekomen en gezegd heeft: “ Dat is nu een goede zaak dat jij dat gedaan hebt; dat er getoond wordt dat er ook vrijzinnige mensen zijn in het dorp.” Alle plechtigheden gebeuren nog in de kerk – de meeste toch – en iedereen gaat er maar van uit… Iedereen krijgt de doodsbrieven van iedereen in zo’n klein dorp. Dat is bijna allemaal in de kerk. Het is een uitzondering dat dat in het crematorium gebeurt. Ik had toch het gevoel dat in Limburg, in West-Vlaanderen, maar ook in de Kempen dat de mensen daar nog zeer katholiek zijn. Het is namelijk zeer moeilijk om vrijzinnige vrijwilligers te vinden in de Kempen. Ik heb dat gemerkt toen ik in de gevangenis in Wortel werkte. Het katholieke gedachtengoed is daar bij iedereen nog vrij goed doorgedrongen.