Vrijzinnige voorvechters
Sonja Eggerickx over vrijzinnig Gent
Jimmy Koppen (interviewer): Hoe kan je verklaren dat de vrijzinnigheid en Gent, dat er toch een altijd dingen gebeurt zijn die je in andere steden veel minder hebt?
Sonja Eggerickx: We hebben hier in Gent een traditie van rebelsheid. Gent is, als je Louis Paul Boon leest, een stad die gezag niet zomaar aanvaarde. Maar die om te overleven, met de godsdienstoorlogen, protestant werden als de protesten er waren, katholiek werden als de katholieken er waren. Dat was een overlevingsstrategie. In het begin van de arbeidersbeweging is dat hier heel sterk geweest. Veel sterker dan in andere Vlaamse steden. Ik geloof niet in de aard van het beestje, want dat zou betekenen dat een hoop racistische theorieën zouden kloppen en dat denk ik niet. Maar ik denk dat het de sfeer is en de mensen die het overnemen. Ik weet het niet. Het is nog altijd een stad die toch een beetje een buitenbeentje is in Vlaanderen. Het Vlaams Belang is hier altijd kleiner gebleven dan in andere steden.
Jimmy Koppen (interviewer):Heeft dat ook te maken met bepaalde persoonlijkheden die in het stadhuis zitten?
Sonja Eggerickx: Nu misschien wel. Maar toen ik in Gent ben komen wonen, op kot eerst. Dat was in ’67. Toen hadden we de meest conservatieve CVP burgemeester die je u maar kunt inbeelden. Dat was Van Daele. Dat was een absolute conservatief. Dus er zijn dieptepunten in de geschiedenis van Gent. Maar ja krijgt toch altijd die onderstroom. Ik denk ook dat het door de universiteit komt. Door de prominente aanwezigheid van een universiteit. Ik denk dat je dat niet kan wegcijferen. Het was een rijksuniversiteit, dus niet iedereen was automatisch katholiek, in tegendeel. Je hebt hier ’t Zal Wel Gaan, het Willemsfonds die een belangrijke rol speelde, al in de 19e eeuw. Die hebben natuurlijk figuren die aan de unief prof geworden zijn, die daar een rol gespeeld hebben, die daar invloed hebben. Ik denk dat dat belangrijk is dat hier een universiteit was.
Jimmy Koppen (interviewer): Wie heeft eigenlijk dat geuzenhuis mogelijk gemaakt, vanuit het stadsbestuur?
Sonja Eggerickx: Gilbert Temmerman en Frank Beke en Sas Van Rouveroij. Die waren eerste schepen, of hoe heet zoiets. Dus de paarse coalitie, die heeft het mogelijk gemaakt. Echt heel bewust. Ik herinner me mijn eerste vergadering op het stadhuis als Gilbert Temmerman burgemeester was. Die zei: “Ik zal eens kijken hoeveel de katholieken krijgen voor al hun parochies. In Gent, zeker 20 procent van de bevolking is vrijzinnig. Dus jullie moeten zeker een vijfde krijgen van wat zij krijgen.” Je zit daar te onderhandelen voor een kruimeltje, als het eventueel mogelijk is. En dan heb je daar iemand die zo open staat, die zegt “we gaan dat hier serieus doen”. Aan die man heb ik als vrijzinnige heel goede herinneringen.
Jimmy Koppen (interviewer): Wie neemt dan eigenlijk het initiatief. Is dat het stadsbestuur of de vrijzinnigen die zeggen “Wij moeten een huis hebben”?
Sonja Eggerickx: Wij hadden al een huis van voordien, na Van Daele, want bij Van Daele zou dat nooit gemogen hebben. Dat werd te klein, dat was in de Onderstraat, dan zijn we naar de Bijlokevest gegaan. Dat werd te klein. Een aantal mensen binnen de vrijzinnigheid die dan contact opnemen met het bestuur. Maar kreeg je meteen gehoor. Het is niet zo dat ze u dat aanbieden. Je moet dat vragen. Dan zeggen ze “Ah ja ’t is juist” of “Maar we hebben geen geld ter beschikking”. Maar in ons geval, met Gilbert Temmerman, was dat schitterend. Maar je vraagt het als vrijzinnige. Je moet altijd vragende partij zijn. Je krijgt niks vanzelf. Nooit. Nergens.