VRIJZINNIGE VERHALENAVONDEN
Lydia Deveen over Université libre de Bruxelles, Vrije Universiteit Brussel, Frans De Pauw, Aloïs Gerlo, AZVUB en Brussel
Jimmy Koppen (interviewer): Is het altijd zo geweest bij u dat uw vrijzinnigheid de waakzaamheid is voor wat er in het verleden gebeurd is. Dat is dus ook de combinatie met het socialisme. Is dat bij u altijd een evidentie geweest?
Lydia Deveen: Ja, omdat ik daarin opgegroeid was, maar in de familie Deveen is ook een zeer sterk gevoel van rechtvaardigheid aanwezig. Ik heb zelfs een paar keer gehuild, wanneer er iets onrechtvaardigs gebeurde. Dat was ook zeer sterk. Daaruit volgt ook feminisme, want mijn vader had twee oudere zussen die voor onderwijzeres hadden gestudeerd. Dat was de enige mogelijkheid voor vrouwen om te gaan werken. Ik heb ook groottantes gehad die in het onderwijs werkten. Mijn moeder was ook in het onderwijs. Ik ben opgegroeid in een familie waar vrouwen buitenshuis werkten. Mijn vader was tien jaar jonger dan zijn oudste zus en hij mocht niet meer studeren dan voor onderwijzer, omdat zijn zussen onderwijzeres waren. Hij mocht geen regent worden. Hij moest onderwijzer blijven. Mijn ouders hebben mij dan wel naar de ULB gestuurd, die – behalve voor het doctoraat in de rechten – nog helemaal Franstalig was. De rector was toen nog Marcel Barzin. Toen ik pas begon aan de universiteit, was hij voorzitter, decaan van de letteren en wijsbegeerte. Hij zei luidop in het Frans: “Le libre examen ne ce fait qu’en français.”
Jimmy Koppen (interviewer): Dat bleef toch ook niet duren, want die Franstalige ULB is eind de jaren 1960 toch wel verdubbeld met de Vrije Universiteit Brussel, waar uw man Frans De Pauw een niet onbelangrijke rol in heeft gespeeld?
Lydia Deveen: Absoluut, met Gerlo en anderen… Op die manier is er een nieuwe VUB ontstaan, los van de ULB. Dat was na 1968. De VUB is er gekomen grotendeels dankzij mijn man. Het universitair ziekenhuis is er zeker gekomen dankzij mijn man.
Jimmy Koppen (interviewer): Was dat dan echt de bedoeling om een Nederlandstalige universiteit te hebben om die vrijzinnig humanistische waarden uit te dragen? Wat dat het vertrekpunt? Was het dat wat bij Frans De Pauw ook leefde?
Lydia Deveen: Jazeker, hoewel hij toen voor het UZ wel de steun heeft gehad van de minister van openbare werken, die van de CVP was. Ik ben zijn naam vergeten. Hij hechtte er belang aan dat er binnen het Brusselse grondgebied een Nederlandstalige universiteit kwam. Hij heeft dat kunnen realiseren, nochtans was het een vrijzinnige universiteit.