Vrijzinnige verhalenavonden
Jill Neven over jeugdwerking, Hasselt, Leuven, Jeugd Rode Kruis
Jill Neven: Een humanistische jeugdbeweging was er hier niet. Wel ben ik ooit als vijfjarige met een groep uit het Leuvense op kamp geweest. Maar het was niet logisch om daar elke week naar toe te gaan. Thuis waren ze heel formeel: KSA, KSJ, Chiro, VKSJ waren ‘not done’. Ik mocht daar niet naartoe. Toen is mijn achterbuurjongen mij komen halen, want in Sint-Lambrechts-Herk had je het Jeugd Rode Kruis. Dat was pluralistisch en daar mocht ik wel naartoe. Ik ben daar tot ik 20, 21 jaar oud was, bijgebleven. Dat was wel heel tof. Je leerde er iets, bijvoorbeeld wondzorg, maar we deden ook heel veel spelletjes. Een deel van die leidingsgroep was eigenlijk wel vrijzinnig, dus we drukten die stempel er wel wat op. We deden ook veel spelletjes tegen racisme, enz. En daarna ben ik ook bij het Rode Kruis gebleven als vrijwilliger.
Jimmy Koppen (interviewer): Dus het Jeugd Rode Kruis was eigenlijk een soort vrijzinnige levensbeschouwing?
Jill Neven: Niet helemaal. Helemaal in het begin was één van de leiders daarbuiten ook nog misdienaar en leider in de Chiro. Maar zij stonden wel open voor dingen. Je kon ermee in discussie treden. Daarnaast waren het allemaal mensen die van hun ouders niet bij katholieke organisaties mochten aansluiten. Dus het was niet uitgesproken, het werd niet gezegd, maar we hadden allemaal dezelfde achtergrond.
Jimmy Koppen (interviewer): Heeft u ooit problemen gehad bij het uitdelen van stickers?
Jill Neven: Ja. Elk jaar rond 1 mei vindt die stickeractie plaats. Ik stond in Sint-Lambrechts-Herk aan de kerk op zondagmorgen stickers te verkopen. Wij stonden op bepaalde plaatsen: het Salvatorziekenhuis, de kerk, de Delhaize in Sint-Lambrechts-Herk. Ik stond op de trappen van de kerk en de pastoor duwde mij er af. “Weg hier! Ik wil geen ketters op mijn stoep!” Ik kon vertrekken. Ik ben maar vertrokken, want het was niet het moment om daar als zestien-, zeventienjarige een scène te gaan maken.