Vrijzinnige verhalenavonden
Annette Grootjans over katholiek onderwijs, Mechelen, Antwerpen en gemeenteschool
Anette Grootjans: Het was hier een serieuze voedingsbodem. Als je in Mechelen rondloopt staat er in iedere straat een kerk. Je viel ook over de kloosters. De straten zagen zwart van het volk. Daar bedoel ik de seminaristen mee in de Merodestraat en op de Markt. Ik kan ook nog de katholieke scholen aanhalen, om u tegen te zeggen. Het is ondertussen gelukkig wat veranderd. Wij tellen hier nu ook mee, maar ooit was het wel anders. Het kon bijna niet anders dan dat er een beweging op gang kwam; een tegenreactie.
Publiek: Mag ik even iets aanhalen? Mijn ouders zijn van Antwerpen naar Mechelen uitgeweken. In 1952 ben ik in de gemeenteschool op de Brusselsesteenweg gestart. Toen ik enkele weken in het eerste studiejaar zat, kwamen mijn ouders op een bepaald moment de trappen opgelopen, want ik zat boven in bad een liedje te zingen: “Wees gegroet, Maria, vol van genade.” Ze zagen wit-paars. “Is dat een gemeenteschool?” Mijn moeder ging de volgende dag heel strijdvaardig met mij mee naar de school: “Wat is dat hier voor iets?” “Ja, mevrouw, we moeten ze voorbereiden op hun eerste communie.” Mijn moeder zei toen: “Mijn kind zal absoluut niet katholiek opgevoed worden.” Ik was toen dus een unicum in heel de school. Wat moesten ze daar nu mee aanvangen? Ik moest een half uur later naar school komen, want het was alle dagen catechismus. Ik ben in het vierde studiejaar dan naar de voorbereidende afdeling gegaan.
Anette Grootjans: In de lagere school in het lyceum bestond er geen zedenleer. Er waren drie kinderen in mijn klas die elders gingen zitten totdat de les godsdienst voorbij was.