onderzoek
De relatie tussen de Vrije Universiteit Brussel en het vrijzinnig humanisme in historisch perspectief
1. Een beetje geschiedenis...
De Vrije Universiteit Brussel (VUB) is een belangrijk steunpunt in de vrijzinnig-humanistische gemeenschap in Vlaanderen. Haar geschiedenis begint met de oprichting van de Université Libre de Bruxelles (ULB) in 1834 en de Nederlandstalige studenten die er gaan studeren. In 1877 noemen ze hun studentenkring: de 'Vrijzinnige Studentenkring Geen Taal, Geen Vrijheid', waarmee ze aangeven dat zij een vrijzinnig-humanistische levensbeschouwing aanhangen. Ze zullen zich manifesteren als progressieve liberalen en verdedigers van de Vlamingen. Dat is op dat moment een humanistische stellingname, want de Vlamingen zijn in de 19de eeuw op maatschappelijk gebied sterk achtergesteld in de Belgische Staat en worden door de Franstalige meerderheid behandeld als een achterlijke minderheid.
Het duurt nog tot in de jaren 1950 tot verschillende drukkingsgroepen ontstaan die systematisch opkomen voor een Nederlandstalig vrijzinnig onderwijs op de ULB. In 1955 wordt het VNVHO (de Vereniging voor Nederlands Vrijzinnig Hoger Onderwijs) opgericht, bestaande uit een aantal invloedrijke alumni en politici die de verdubbeling van de cursussen nastreven. Het jaar erna volgt de Nederlandstalige Oudstudentenbond. De ULB zal mondjesmaat verdubbelen (Nederlandstalige cursussen invoeren). De studentenrevoltes van 1966-1969 te Leuven, Gent en Brussel hebben als resultaat dat de Raad van Bestuur van de ULB uiteindelijk de controle verliest. Op 13 december 1968 spreekt hij zich uit voor een structurele verdubbeling vanaf 1 oktober 1969. De VUB verwerft op 28 mei 1970 met terugwerkende kracht de rechtspersoonlijkheid, waardoor het een zelfstandige instelling wordt.
Op het moment dat de VUB wordt opgericht staat de georganiseerde vrijzinnigheid in Vlaanderen nog in de kinderschoenen. De enige vrijzinnig-humanistische instellingen die op dat moment een rol van betekenis spelen -lokale groepen daargelaten- zijn het Humanistisch Verbond (°1951), Humanitas (°1958), de Oudervereniging voor Moraal (°1961 als werkgroep, °1967 als vzw) en de Unie Vrijzinnige Verenigingen (°1966). De Humanistische Jongerenbeweging (°1968) en de Stichting voor Morele Lekebijstand (°1968) zijn nog maar juist opgericht. De opening van een Nederlandstalige vrijzinnig-humanistische universiteit, tenslotte toch een maatschappelijk ankerpunt, is dan ook een geweldige en wat onverwachte meevaller voor de vrijzinnige beweging in Vlaanderen. Van hieruit zullen in de decennia die volgen, verschillende vrijzinnige initiatieven en onderzoeken gelanceerd en gesteund worden. De jeugd kan er bovendien een op vrijzinnig-humanistische gronden geïnspireerd onderwijs genieten. De rol die de VUB zal spelen in de secularisering van Vlaanderen in het laatste kwart van de 20ste eeuw kan dan ook moeilijk onderschat worden.
Hoewel de politici de universiteit in 1969 een maximum van 5.500 studenten toewijzen, wordt dit aantal al in 1980 overschreden. De universiteit groeit gestaag verder tot 1999, wanneer het aantal stagneert rond 9.000 studenten, om in 2008 verder te groeien en in 2015/16 14.750 studenten te bereiken. Rekent men al de studenten van de Universitaire Associatie Brussel (het samenwerkingsverband tussen diverse hogescholen en universiteiten in Brussel) en de studenten van de opleidingen van het CVO-Brussel, die les volgen in de gebouwen van de VUB, dan zou het aantal de 20.000 ruim overtreffen. De Universitaire Associatie biedt vandaag ca. 180 opleidingen aan.
2. De band met de vrijzinnigheid: vrij onderzoek centraal
Elke universiteit met een levensbeschouwelijk karakter worstelt nogal eens met dat profiel. Vooral universiteiten ontstaan vanuit een op dogma's gebaseerde leer, zitten met een dilemma. Op de VUB heeft het bestuur zich regelmatig de vraag gesteld of het levensbeschouwelijk karakter niet te sterk gebonden is aan de structuren van de georganiseerde vrijzinnigheid en of dat het wetenschappelijke karakter niet in de weg staat. Bij het ontstaan van de Vrije Universiteit Brussel wordt discussie gevoerd over de betekenis van het eerste woord. Slaat het 'Vrije' op 'Vrijzinnig' en moet VUB gelezen worden als Vrijzinnige Universiteit Brussel? In dat geval zou de universiteit beschouwd kunnen worden als deel van de georganiseerde vrijzinnigheid. Of slaat 'Vrije' op iets anders, bijvoorbeeld op het feit dat ze behoort tot het vrije onderwijsnet? In de statuten van 1969 staat dat de VUB het Vrij Onderzoek tot grondslag heeft. Bij de hervorming van het organiek statuut van de universiteit op 18 januari 1994 besluit het bestuur daarom dat 'Vrije' moet gelezen worden als 'gegrond op het beginsel van Vrij Onderzoek ten bate van de vooruitgang van de mensheid'. Het claimt daardoor de vrijheid van denken en laat de wetenschappelijke ongebondenheid primeren. Daarmee kan de kwaliteit van de VUB onbesproken zijn in het Vlaamse onderwijs- en onderzoekslandschap. Tegelijk wordt in de missie van de universiteit ook gezegd dat de universiteit zich moet inspannen om academisch onderwijs en onderzoek maatschappelijk in te schakelen in een geest van sociale bewogenheid. Hiermee geeft de universiteit een expliciet humanistische visie weer op haar taak in de maatschappij.
Dat maakt de positie van de VUB ten opzichte van andere universiteiten duidelijk. De KU Leuven benadrukt haar christelijke achtergrond, hetgeen overigens een religieus humanisme niet uitsluit. De Gentse en Antwerpse universiteiten zullen wijzen op pluralisme en op de aanwezigheid van vrijzinnig-humanistische professoren (naast andere levensbeschouwingen). Bij de VUB is dat anders: ze is doordrenkt van een vrijzinnig‐humanistische levensfilosofie, waarin vrijheid, verdraagzaamheid, verscheidenheid en verantwoordelijkheid centraal staan.
3. vrijzinnig humanisme toegepast
Als de VUB in de jaren 1970 vorm krijgt, komen de vrijzinnige en humanistische principes al gauw tot uiting. De Gezondheidsdienst en het UZ-Jette raken bij studenten en bij scholieren van de middelbare school bekend om het, dan nog illegaal, uitvoeren van abortus. Veel tieners, die door de ongewenste zwangerschap vrezen voor hun toekomst, zijn de VUB-diensten in alle stilte dankbaar voor de clandestiene hulp. Prof. J.J. Amy wordt daar zelfs voor gearresteerd, maar hij blijft trouw aan de principes. De abortuswet zal nog tot 1990 op zich laten wachten. In het op dat moment nog door de CVP gedomineerde België, krijgen de medici in Jette uiteraard op een heel directe wijze te maken met delicate ethische kwesties, zoals in vitrofertilisatie of euthanasie. Op die gebieden zullen ze een beslissende voorsprong nemen in het wetenschappelijk onderzoek en zo de maatschappij beïnvloeden. De trias van wetgeving in verband met palliatieve zorg, euthanasie en patiëntenrechten bijvoorbeeld die in 2002 tot stand komt, is slechts bespreekbaar omdat het wetenschappelijk onderzoek de dringende noodzaak hiertoe aantoont en de wetgeving onderbouwt. Aldus doorbreekt de universiteit niet zelden taboes.
Verschillende wetenschappers van de VUB kiezen – nog altijd – hun onderzoeksthema's bewust vanuit een vrijzinnig-humanistische invalshoek. Daarvan zijn voorbeelden te over, te beginnen met de filosofen, zoals Leo Apostel, die al in 1962 een uitgebreide denkoefening over het vrij onderzoek verricht. Anderen bestuderen de verhouding tussen wetenschap en religie, kunst en vrijzinnigheid enz. Sommige historici (Els Witte, Jeffrey Tyssens) publiceren talrijke boeken en artikels over de geschiedenis van de levensbeschouwelijke problematiek, de vrijmetselarij en de vrijdenkersbeweging. Een goed voorbeeld van een jurist die zijn juridische kennis ten dienste zal stellen van zijn levensbeschouwing is Michel Magits, die een aantal belangrijke wetenschappelijke artikels en ook opiniestukken over de scheiding tussen kerk en staat, de evolutie en juridische situatie van het onderwijs, de erkenning van de vrijzinnig-humanistische levensbeschouwing en vrijzinnige rechten in het algemeen schrijft. Ook andere wetenschappers putten met plezier uit vrijzinnige thema's. Psychologen bestuderen kinderen in kwetsbare situaties (bijvoorbeeld kindsoldaten) of attitudes in verband met seksualiteit bij ingeweken jongeren, biologen en ingenieurs doen onder meer onderzoek naar methodes en technieken om de aarde op een milieuvriendelijke manier te beheren. Parallel hiermee onderzoeken verschillende wetenschappelijke centra (bijvoorbeeld het Centrum voor Ethiek en Humanisme en het RHEA-Centrum voor Gender en Diversiteit) vrijzinnige en ethische kwesties, zoals gelijke kansen. Onderzoeksgroepen in de rechten en criminologie bestuderen kinder- en mensenrechten, ethisch ondernemen en privacy. Verder zijn er in de exacte wetenschappen en de geneeskunde nog tal van gebieden die voor vrijzinnige professoren bijzonder interessant zijn om aan onderzoek te doen. De vrijzinnige ingesteldheid is dus zeker niet alleen het terrein van de menswetenschappers.
De VUB richt de laatste decennia ook een aantal leerstoelen in. Een leerstoel omvat een geheel van lezingen, workshops, discussiefora, aanzetten tot onderzoek, kennisuitwisselingen met de specialist die de leerstoel dat jaar bezet, enz. Het doel hiervan moet zijn: het bevorderen van inzicht in prangende kwesties en het uitbreiden van internationale expertise voor exploratief en visionair onderzoek en onderwijs. Er zijn verschillende leerstoelen die kunnen beschouwd worden als 'vrijzinnige leerstoelen', omdat ze ethische en sociale kwesties behandelen. Enkele worden gefinancierd door een belangrijke partner van de VUB: deMens.nu. De leerstoel 'Willy Calewaert' –genoemd naar de bekende socialistische en vrijzinnige politicus en criminoloog- staat in het teken van het verstrekken van onderwijs en het verspreiden van het vrijzinnig humanistisch gedachtengoed. De leerstoel 'Waardig Levenseinde' (2011) ijvert voor optimaal respect voor de patiënten van ernstige, ongeneeslijke ziektes niet alleen bij hun levenseinde, maar gedurende gans hun ziekteverloop. Daarom richt de leerstoel zich op informatieverstrekking over alle mogelijk opties rond het levenseinde, op optimalisatie van de (palliatieve) zorg, op vorming (zowel inhoudelijk als met nadruk op de attitude-verandering) van hulpverleners en heeft ze aandacht voor wetenschappelijk onderzoek. Andere leerstoelen behandelen belangrijke maatschappelijke issues, zoals de problematiek van ouderenzorg of de pleegzorg, de verhouding tussen macht, gender en islam (leerstoel 'Fatima Mernissi'), de problematiek van geneesmiddelenontwikkeling, toxicologie en proefdierengebruik (leerstoel 'Mireille Aerens'), de problematiek van de ethische financiële dienstverlening enz. Zo betrekt de 'universitas' de maatschappelijke problemen van de mensheid (humanitas) in het onderzoek en het onderwijs.
De vrijzinnige ingesteldheid uit zich echter niet alleen in het onderwijs en in het onderzoek. In de universitaire gemeenschap worden veel socioculturele activiteiten georganiseerd. De VUB-archieven zitten vol met foto's van studenten die debatteren en betogen tegen regeringsmaatregelen, van studenten die deelnemen aan sport- en spelactiviteiten (waaronder het fietsen in het kader van 'Kom op tegen Kanker') of van studenten die dansen en zingen of gearmd over de campus slenteren. We vinden er de verschillende kranten die door studenten gemaakt worden en verslagen van door de studenten zelf beheerde raden en kringen. De universitaire gemeenschap is een plek van inspiratie, van engagement, van academische cultuur, waar de student (begeleid) zelfstandig wordt en zijn eigen keuzes maakt. Vandaar dat op universiteit jaarlijks de 'Week van de Verlichting' doorgaat, die in hoofdzaak wordt georganiseerd door studenten- en jongerenorganisaties. En vandaar dat VUBMUN, het VUB Model United Nations Team, bestaat. Het is een afdeling van WORLDMUN, dat studenten toelaat op de internationale conferenties hun verfrissende visies te geven en mee te helpen zoeken naar oplossingen van internationale problemen.
De studentenkringen staan bovendien bekend om hun uitgesproken vrijzinnig karakter. De meerderheid van studentenkringen volgt het reglement van het Brussels Studentengenootschap en neemt in de statuten het vrijzinnig karakter expliciet op. Ten eerste door het principe van het vrij onderzoek te onderschrijven en ten tweede door art. 1-18 van de Universele verklaring van de rechten van de mens en het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950, te erkennen en te onderschrijven. Dit is geen louter formele situatie. De vrijzinnige levensbeschouwing komt namelijk terug in de algemene activiteiten die de kringen organiseren, op de typische studentenrituelen (bv. bij de doop of de ontgroening), op het Vrijzinnig Zangfeest (een muziekwedstrijd tussen de kringen), enz. De gehechtheid van diverse studentenkringen aan de vrijzinnige principes is op de universiteit algemeen gekend en de sfeer van broederlijkheid tijdens de Sint-Verhaegenstoet, als symbool voor die aanhankelijkheid, is hartverwarmend. Bij wedstrijden met een creatief element wordt het vrijzinnig gehalte van de creatie dikwijls als beoordelingscriterium meegerekend. De studentenkringen zijn dus bij uitstek de sterkhouders van de vrijzinnigheid.
Het is ook wel logisch dat verschillende geledingen van de academische gemeenschap zich engageren in de georganiseerde vrijzinnigheid. Het Brussels Studentengenootschap (de overkoepelende studentenkring), de Oudstudentenbond en Studiekring Vrij Onderzoek zijn niet toevallig lid van deMens.nu. Verschillende VUB-diensten ondersteunen het vrijzinnig-humanistisch karakter van de gemeenschap. Bij sommige vloeit het voort uit hun hoofdopdracht, zoals bij SJERP/Dilemma (abortusproblematiek). Maar ook de Dienst Kultuur, het Universiteitsarchief (nu het Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven (CAVA) en dus tegelijk het archief van de vrijzinnige beweging in Vlaanderen), of het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking vzw en Uitstraling Permanente Vorming vzw hebben in hun programmatie bewust aandacht voor het vrijzinnig humanisme.
Ten slotte heeft de VUB doorheen haar geschiedenis stelling genomen in levensbeschouwelijke kwesties. Dat gebeurde op verschillende manieren. In de beginperiode van de VUB legt de Raad van Bestuur soms een principiële verklaring af, waarin hij de onaanvaardbaarheid van een bepaalde maatschappelijke situatie (bv de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika) aanklaagt. Maar ook in rectorale redevoeringen of in de aanduiding van een Doctor Honoris Causa ligt vaak een maatschappelijke boodschap. Eredoctoraten worden vaak uitgereikt aan voorvechters van mensenrechten, vrijheden en democratie zoals Perez de Cuellar (1984), Chico Mendes (1989 postuum), Willy Brandt (1990), Daw Aung San Suu Kyi (1994) en Sonia Gandhi (2006). De bekendste van deze 'doctoraten met een boodschap' was zeker de uitreiking van de eredoctoraten aan Frederik Willem De Klerk en Nelson Mandela (1993), omdat de eerste de apartheid in Zuid-Afrika afschafte en de tweede na jaren gevangenschap een akkoord onderhandelde dat aanvaardbaar was voor alle bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika. Mandela kwam zelf de onderscheiding in Brussel ophalen. De laatste tijd, met de aanslagen in Brussel of andere maatschappelijke gebeurtenissen, verzamelt de VUB-gemeenschap voor het rectoraatsgebouw, of trekken de studenten Brussel in om op de Beurs of de Zavel te hergroeperen en het maatschappelijk debat te voeden. Ook uit de VUB haar principes door daden, bijvoorbeeld door vluchtelingen de mogelijkheid te geven om er te studeren (via het Welcome Students Refugee Programme).
4. Relevant?
Hoe relevant is dat allemaal? Er is in Vlaanderen qua gelijkheid al heel wat verwezenlijkt, maar tegelijk zijn er nog heel wat vrijzinnige werkpunten, zo bewijzen de recente euthanasie- en hoofddoekendebatten, het geweld tegen homo's of andere minderheden, de politiek weinig enthousiaste ontvangst van de oorlogsvluchtelingen, de om zich heen grijpende armoede, het moeilijke evenwicht tussen mens, economie en ecologie, enz. Juist deze problematieken spelen exponentieel op mondiaal vlak. Denken we aan de kans dat atheïsten in sommige Arabische landen wettelijk gezien in aanmerking komen voor executie, dat homo's en transgenders in heel wat landen vervolging vrezen en daarom hier asiel zoeken. De universiteit, als mondiaal centrum, ziet die problematieken en schakelt dus naar het internationale niveau, zonder het lokale uit het oog te verliezen. Vandaar dat ex-rector Paul De Knop het vrijzinnig-humanistisch karakter van de universiteit weer sterker opnam. Caroline Pauwels bouwt deze visie op een frisse en heel geëngageerde manier uit. In haar beleidsnota's en toespraken staat: "De universiteit is een collectief project in dienst van de maatschappij en vertrekkend vanuit humanistische waarden. De VUB verbindt. Onze campussen zijn slechts een startpunt, ons doel ligt erbuiten. [...] We zijn verbonden met de stad, met de samenleving en met de wereld. [...] De VUB moet meer dan ooit haar verantwoordelijkheid opnemen om vanuit een humanistische visie de stad waar we allemaal werken en/of wonen te ondersteunen en te beschermen. [...] We moeten die dynamiek van een grootstad gebruiken om de vrijheid te realiseren. We zetten in op grote maatschappelijke uitdagingen [...]. De studenten moeten de kans hebben om zich persoonlijk te ontwikkelen: om zich maatschappelijk te engageren, het leven te ontdekken, de stad in te gaan, internationaal uit te vliegen, en zich als kritische burger te ontwikkelen."
Het blijft een boeiende opdracht.
Dit artikel verscheen in 2017 in Het Vrije Woord n.a.v. de uitreiking van de Prijs Vrijzinnig Humanisme aan em. prof. dr. Silvain Loccufier en de Vrije Universiteit Brussel.
Verwijzen naar dit artikel kan als volgt: SCHEELINGS (Frank). "De relatie tussen de Vrije Universiteit Brussel en het vrijzinnig humanisme in historisch perspectief", in Het Vrije Woord, 62, extra editie (2017), p. 26-30.