Pioniers van de vrijzinnig-humanistische zorg
Conny Verkest over haar werk als moreel consulent (6)
Conny Verkest: Ik had ook een patiënte, een jonge vrouw die uiteindelijk op 47-jarige leeftijd overleden is na een heel aftakelende ziekte. Zij lag al lang in het ziekenhuis en de muren kwamen echt op haar af. Ik vroeg: “Mag ik haar alsjeblieft meenemen naar de tuin, want ze wordt hier gek.” We hebben er toen voor gezorgd dat zij gebruik kon maken van een lange rolwagen, waar zij half in lag en half in zat. Telkens ik haar bezocht, trok ik met haar in die rolwagen naar beneden. Je moet dat zo zien: je rug staat schuin, je zit hier en je benen zijn zo. En de rolwagen wordt hier geduwd. Ik had intussen ook collega’s gekregen en die deden dat ook, zorgden er ook voor dat we zoveel mogelijk met haar bezig konden zijn. Natuurlijk hadden wij een grote lift nodig, omdat haar benen niet konden plooien. Dat was een dusdanig lange rolwagen dat ik moest opletten als ik daarmee een bocht wou maken. We moesten bijgevolg een omweg maken om een grote beddenlift te vinden. Zij zat vooraan en ik kon niet om de hoek zien. Ongeveer twee jaar voor haar overlijden waren ze in Brugge opnames aan het maken voor Aspe. Wij gingen samen wandelen en zo kwamen wij met die rolwagen, hup, de hoek om, midden in een scène van Aspe terecht – midden in een scène tijdens de opnames! Zowel ikzelf als de patiënte barstten in lachen uit. De acteurs waren enorm aangedaan en wisten zich geen houding te geven. Ze waren er echt ondersteboven van. Maar de patiënte en ik lagen plat van het lachen. Dat zijn de leuke herinneringen.