Vrijzinnige verhalenavonden
Alain Vannieuwenburg over Gerrit Constant, Vilvoorde, FVJ en Aster Berkhof
Alain Vannieuwenburg: Ik heb maar een aantal van die Feesten van de Vrijzinnige Jeugd meegemaakt, ook op verplaatsing. Ik heb die voornamelijk meegemaakt op het ogenblik dat Gerrit Constant zowat de dirigent was. Achter de schermen waren er verschillende mensen actief: je had mensen die de keukenploeg vormden, je had mensen zoals een Jef Steenhout, een echt manusje-van-alles, die zorgde voor het geluid e.d., je had ook mensen als een Karel Potums, die achter de schermen actief waren. Dat was een echt groepsgebeuren. Wat ik mij herinner van Gerrit is dat hij elk jaar iets nieuws wilde brengen. Een van de zaken die mij bijgebleven zijn, is onder andere dat feest waar wij, vertrekkende van een boek van Aster Berkhof, “Goliath”, een toneelstuk gebracht hebben. In feite hebben niet wij dat gedaan, maar zijn de leerlingen ertoe aangezet om een eigen interpretatie te brengen, weliswaar gesteund door een scenario. Ze hebben dus een stuk toneel gebracht via sketches e.d. en hebben zo de geest die aanwezig was in dat boek van Aster Berkhof tot leven weten te brengen. En het jaar daarop was er dus een andere invalshoek, bij Gerrit.
Eric Jacobs: “Het vredesboek” van Bernard Benson, dat was het jaar daarop.
Alain Vannieuwenburg: Wat ik daar zeer goed aan vond, was dat de kinderen centraal stonden. Het waren de kinderen zelf die het boek evoceerden. Ze vertaalden een aantal van die zaken, weliswaar geruggesteund – we moeten daar niet naïef in zijn – door de scenario’s die gemaakt werden, maar zij stonden letterlijk op het toneel in het brandpunt van de belangstelling. Er werd iedere keer iets nieuws gedaan, de grenzen werden telkens verlegd en er werd ook steeds ingepikt op de actualiteit. Dat boek “Goliath” van Aster Berkhof is er niet zomaar toevallig gekomen. Het was door de kinderen, voor de kinderen, met de kinderen en de ouders waren louter toeschouwers.