Vrijzinnige verhalenavonden
Guy Bottu over Feesten Vrijzinnige Jeugd en Tienen
Guy Bottu: Ik denk dat we veel gerealiseerd hebben in de beginperiode, startend vanuit het niets. Wij voelden een nood aan samenzijn, aan samenhorigheid en meteen ook een nood van de ouders naar ons toe dat er voor hun kinderen – kameraadjes deden hun plechtige communie – iets zou moeten georganiseerd worden.
We hebben dat dan ook op poten gezet en in het begin – meer dan nu – werd er duidelijk gerefereerd naar het feit dat de jongeling volwassen ging worden. Ik heb het geluk gehad om het feest van de vrijzinnige jeugd vele jaren – samen met Eliane – te mogen leiden, maar het was totaal iets anders dan nu. Dat betekent niet dat het nu minder goed is.
Nu hecht men meer belang aan de inbreng van de kinderen zelf. Zij spelen nu de hoofdrol. Voordien speelden Eliane en ikzelf eigenlijk de hoofdrol. Wij onderrichtten de kinderen en de ouders. Ik vertelde aan de ouders: “Uw kind wordt nu groot. Het zal wel eens een liefje hebben, een sigaretje roken en van die dingen.” De kinderen als dusdanig waren niet echt een meespelende partij. Op dit ogenblik – en ik ben daar gelukkig over – zijn de kinderen voor 100 procent diegenen waar het om draait en die het ook zelf invullen.
Ik geloof dat onze aanpak in het begin noodzakelijk was om de uitstraling bij de ouders echt kenbaar te maken en op een fatsoenlijke manier naar voor te brengen. Nu is dat een succes en elk jaar een groter en groter succes. Het enige wat mij soms – en dat ga ik niet verdoezelen –een beetje ongelukkig maakt is het feit dat sommigen redeneren: “We hebben niets voor onze kinderen. We zijn niet vrijzinnig, maar dan hebben ze ook iets. We laten ze dus het feest doen.” Dat is voor mij een klein beetje een schaduwzijde.