VRIJZINNIGE VERHALENAVONDEN
Lydia Deveen over abortus, Boudewijn en Wilfried Martens
Jimmy Koppen (interviewer): U heeft natuurlijk ook in die Brusselse context het feminisme en het socialisme aangehaald. U heeft in die tijd, in de jaren zestig, ook de abortusproblematiek zien ontstaan. U heeft dit meegemaakt, ook op politiek vlak?
Lydia Deveen: Ja, natuurlijk. Toen ik senator was, werd dat behandeld. Ik was toen verslaggever van die commissie. Dat waren gemengde commissies van justitie en gezondheidszorg. Ik was verslaggever voor die abortuszaak. Ik heb dat van zeer nabij gevolgd. Wij hebben dus ook meegemaakt hoe koning Boudewijn dat weigerde te tekenen. Ik vond dat verschrikkelijk. Het is zijn plicht. Het is toch democratie? Er was een democratische meerderheid, wel een wisselende, maar toch: er was een meerderheid om abortus te depenaliseren. Volgens mij had de koning dat moeten ondertekenen. Dat was zijn plicht. Hij heeft dat dus niet gedaan. Martens heeft toen wat uitgevonden: een fantasie dat hij twee dagen geen koning kon zijn. Daarna is het dan toch verder gegaan.