Vrijzinnige verhalenavonden
Lut Machiels over vrijzinnigheid, familie, school, Hasselt, Humanistisch Verbond
Lut Machiels: Ik kwam uit een katholiek gezin en ging naar een katholieke school. Al van in het lager onderwijs begon ik mij stilletjes aan emotioneel vragen te stellen. In het derde leerjaar werd er bijvoorbeeld gezegd dat kindjes die niet gedoopt zijn, nooit naar de hemel kunnen gaan. Zij gaan naar het voorgeborchte, wat dat ook moge zijn. Het was een stukje voor de hemel. Wij kwamen thuis uit een groot gezin. We zijn met elf kinderen, dus er werd wel regelmatig een baby’tje geboren. Als er een baby’tje geboren werd — dat totaal niks te zeggen had — bedacht ik mij dat dat kindje er niks aan kan doen dat het niet gedoopt is en bijgevolg niet naar de hemel mag. Ik vond dat eigenlijk niet eerlijk. Wat ze eigenlijk allemaal vertelden op de school, is zo langzaamaan beginnen te wringen.
Jimmy Koppen (interviewer): Welke school was dat?
Lut Machiels: Dat was wat we hier in Hasselt ‘de Blauwe Nonnen’ noemen, de humaniora Virga Jesse. De mensen zullen die school allicht wel kennen.
Jimmy Koppen (interviewer): De Grauwzusters?
Lut Machiels: Ja, die school was het eigenlijk. Zo ben ik beetje bij beetje mijn geloof verloren – vooral in de kerk. Het woord ‘vrijzinnig’ kenden wij niet, dus er werd geen etiket op geplakt van “ik ben vrijzinnig”, maar gewoon van “ik ben niet meer gelovig”. In de jaren tachtig — door contacten met andere mensen — heb ik mij dan aangesloten bij het HV.
Jimmy Koppen (interviewer): Was die aansluiting een bewuste keuze?”
Lut Machiels: Op dat moment wel. In die zin dat ik mij niet absoluut wou engageren bij een andere groep dan de katholieke kerk, maar vooral om de mensen die niet gelovig waren — de vrijzinnigen — een groter platform te geven, om een stempel te kunnen drukken op de groep niet-gelovigen, vrijzinnigen. Dat is eigenlijk de reden waarom ik mij toen lid gemaakt heb.