Vrijzinnige verhalenavonden
Henri Vrancken over Grijze Geuzen, vrijzinnigheid, Hasselt, fakkel, onderwijs, symbolen, Vrijzinnig Ontmoetingscentrum
Henri Vrancken: Ik ben hier — bij de Grijze Geuzen — ongeveer tien jaar. Vorig jaar hebben we het tienjarige jubileum gevierd in het huisvandeMens. Iets later ben ik hier aangekomen en heb ik de vrijzinnigheid ontmoet. Maar vrijzinnig? Dat sluit zowat bij iedereen aan. Ik moet daarvoor teruggaan naar 1943. Ik zat toen op de school Broeders van Liefde. Daar kon je van alles leren, behalve liefde. Daar kreeg je een kaartje en dat kaartje diende om mee naar de mis te gaan, want je kreeg elke dag een stempel, als je naar de mis was geweest. Er zullen nog wel mensen zijn die hetzelfde meegemaakt hebben. Ik werd toen als vierde stem in het zangkoor ‘De Demervinkjes’ opgenomen, omdat ik een goede stem had. Daar moest ik alle kyrie’s van buiten leren en daar ben ik het in feite beu, kotsbeu geworden. Dat was er te veel aan, want we hadden middagpauze van half twaalf tot half twee en ze verminderden dat met een half uur, omdat het dan de les was voor de kyrie’s. Toen ongeveer heb ik gezegd: “Nu is het gedaan!” Toen ik 14 jaar was, heb ik dat allemaal ‘adieu’ gezegd en de missen waren gedaan. Als dat het begin van vrijzinnigheid is, dan heb ik daar de eerste steen gelegd. Het woord ‘vrijzinnig’ bestond toen echter nog niet. Natuurlijk, het symbool van de fakkel — het staat hier voor de deur — bestond al in de jaren 1800. Hier, op het oude kerkhof in Hasselt, op de graven van de oude liberalen die toen in verzet kwamen tegen het grote monopolie van de christelijkheid, staat de omgekeerde fakkel. Ik kan u die graven aantonen. Het bestaat dus al veel langer.
Jimmy Koppen (interviewer): Maar die fakkel heeft u pas gezien op het moment dat u hier binnenkwam?
Henri Vrancken: Natuurlijk.
Jimmy Koppen (interviewer): Dat is ongeveer twintig jaar geleden, bij het ontstaan van de VOC.
Henri Vrancken: Ja. Ik wist dat wel. Via mijn nicht ben ik hier ongeveer tien jaar geleden binnengekomen.