Pioniers van de vrijzinnig-humanistische zorg
Jan Verlinden over justitie
Jan Verlinden: Ik was onderwijzer in Boom. Een zekere meneer Siks – ik denk dat hij jeugdrechter was – was een voordracht komen houden voor o.a. het onderwijzend personeel van het atheneum. Hij kwam in feite een oproep doen om vrijwilligers te engageren in het kader van justitie iets met jongeren te doen. Het waren geen ‘consulenten’, maar dat had een naam hoor – ik kan er alleen niet op komen. De man kwam uit het gerechtelijk arrondissement Antwerpen. Als een jongere in aanraking was gekomen met Justitie, en er was een onderzoek geweest, al dan niet gevolgd door een veroordeling, dan werd die gedurende een periode gevolgd. Dan werd er gevraagd verslag uit te brengen bij de griffie van de jeugdrechtbank. Ik vond dat een goed idee. De wet op de jeugdcriminaliteit was nog niet zo lang veranderd. Dat sloot erbij aan om de begeleiding nadien van die jongeren toch nog een tijd in het oog te houden. Ik heb me daar opgegeven, allicht samen met een aantal andere mensen, om dat te doen en ik heb dat ook effectief gedaan. Ik herinner me dat ik naar het justitiepaleis in Antwerpen gestapt ben. Op de griffie heb ik daar dan uiteindelijk een dossier ingezien van een meisje dat ongeveer veertien jaar oud was. Ze bleek achteraf nog verre familie te zijn van mij, maar dat wist ik niet op dat ogenblik. Ze was in het park van Boom betrapt met een jongeman. Die hadden een beetje zitten friemelen. Daar was een of andere agent op uitgekomen en die had een proces-verbaal opgemaakt. Dat was de instap eigenlijk. Als de Stichting Morele Bijstand aan Gevangenen begon te zoeken naar vrijwilligers, dan lag dat eigenlijk in een aanliggend terrein. Ik was ook eens op bezoek geweest in de gevangenis in de Begijnenstraat in Antwerpen bij een soort van opendeurdag – voor zover je dat kan zeggen in de gevangenis. Het was alleszins iets waar het publiek naartoe kon. Ik vond dat het nodig was dat – als die mensen contact wilden met de buitenwereld en als die begeleiding wilden of hulp nodig hadden – ik daar mee iets aan kon doen. Terecht of ten onrechte.